9.8.1 Handmatige besturing
1.
Controleer of de machine is ingeschakeld.
2.
Zet de keuzeschakelaar werkmodus (37) op de
positie "I" om de zaag met de hand te bedienen.
3.
Stel de regelaar aantal slagen (16) in op een voor
het materiaal geschikte aantal slagen (zie 9.2).
9.8.2 Besturing met het voetpedaal
1.
Controleer of de machine is ingeschakeld.
2.
Zet de keuzeschakelaar werkmodus (37) op de
positie "II" om de zaag met het voetpedaal (38) te
bedienen.
VOORZICHTIG
In werkmodus II "Besturing met het voetpedaal" kan
de machine door onvoorzien bedienen van het voetpe-
daal (38) worden gestart.
VOORZICHTIG
Bij het omzetten van de werkmodus II "Besturing met
het voetpedaal" op werkmodus I "Handmatige bestu-
ring" start de machine automatisch. Het aantal slagen
komt overeen met het op de regelaar aantal slagen (16)
ingestelde aantal slagen.
9.8.3 Stop-positie
Als de keuzeschakelaar Werkmodus (37) in positie "-"
(Stop-positie) wordt gezet, stopt de machine.
VOORZICHTIG
De machine is in deze positie niet uitgeschakeld.
10. Elektrische aansluiting
De geïnstalleerde elektromotor is bedrijfsklaar
aangesloten. De aansluiting voldoet aan de rele-
vante VDE- en DIN-voorschriften.
De netaansluiting van de klant en het gebruikte
verlengsnoer moeten eveneens aan deze voor-
schriften voldoen.
Defecte elektrische aansluitkabel
Bij elektrische aansluitkabels treedt vaak schade aan
de isolatie op.
Mogelijke oorzaken zijn:
• Versleten plekken, als aansluitkabels door venster-
of deuropeningen worden geleid
• Knikken door een onvakkundige bevestiging of ge-
leiding van de aansluitkabel
• Snijplekken omdat over de aansluitkabel is gereden
86 | NL
• Beschadigde isolatie omdat de stekker uit het stop-
contact is getrokken.
• Scheuren door veroudering van de isolatie.
Dergelijke defecte elektrische aansluitkabels mogen
niet worden gebruikt en zijn levensgevaarlijk als de iso-
latie is beschadigd.
Controleer de elektrische aansluitkabels regelmatig op
schade. Let erop dat bij het controleren de aansluitka-
bel niet op het elektriciteitsnet is aangesloten.
Elektrische aansluitkabels moeten aan de relevante
VDE- en DIN-voorschriften voldoen.
Gebruik uitsluitend aansluitkabels met de aanduiding
H 05 VV- F.
Op de aansluitkabel moet de typeaanduiding vermeld staan.
Wisselstroommotor
• De netspanning moet 220 - 240 V~ zijn.
• Verlengsnoeren moeten tot een lengte van 25 m een
doorsnede hebben van 1,5 vierkante millimeter.
Aansluitingen en reparaties aan de elektrische uitrus-
ting mogen uitsluitend door een elektromonteur wor-
den uitgevoerd.
Vermeld in geval van vragen de volgende gegevens:
• Stroomtype van de motor
• Gegevens van het machinetypeplaatje
Aansluittype Y
Als het netsnoer van dit apparaat beschadigd is, moet
dit door de fabrikant, diens servicedienst of door een
soortgelijk gekwalificeerde persoon vervangen worden
om gevaar te vermijden.
11. Transport
• Transporteer het elektrisch gereedschap door deze
aan de machinebehuizing (36) op te tillen. (afb. 26)
• Gebruik nooit de veiligheidsvoorzieningen om het
apparaat te hanteren of te transporteren.
• Let op dat tijdens het transport van het vrijliggende
deel van het zaagblad is afgedekt, bijvoorbeeld door
de veiligheidsvoorziening.
12. Reiniging, onderhoud en bestelling
van reserveonderdelen
WAARSCHUWING
Schakel de zaag altijd uit en trek de stekker uit het
stopcontact voor alle onderhouds- en reinigingswerk-
zaamheden.
www.scheppach.com