Tabla de contenido
verwisselt.
m Elektrische aansluiting
Elektrische aansluitkabels regelmatig op schade controle-
ren. Let erop dat tijdens de controle de aansluitkabel niet
met de stroomvoorziening is verbonden.
De geïnstalleerde elektromotor is bedrijfsklaar aangeslo-
ten.
Elektrische aansluitkabels moeten voldoen aan de VDE en
DINbepalingen die hiervoor gelden. Gebruik uitsluitend
aansluitkabels met typeaanduiding H 07 RN. Een opdruk
van de typeaanduiding op de aansluitkabel is verplicht.
De stroomaansluiting bij de klant, evenals het gebruikte
verlengsnoer, dienen aan deze voorschriften te voldoen.
Belangrijke instructies
Waarschuwing: Gebruik randaarde om elektrische schade,
brandgevaar of schade aan het gereedschap te voorko-
men.
Uw machine is in de fabriek ingesteld op gebruik bij 230 V.
Uitsluitend aan een 230 V stroomnet aansluiten. Gebruik
een vertragingszekering van 16 A of een scheidingsschake-
laar. Om elektrische schokken en brand te voorkomen ver-
vangt u een beschadigde of versleten snoer onmiddellijk.
Bij overbelasting van de motor schakel deze uit zichzelf
uit. Na een afkoelperiode (die kan verschillen) kan de mo-
tor weer worden aangeschakeld.
Beschadigde elektrische aansluitkabel
Aan elektrische aansluitkabels ontstaat vaak isolatiescha-
de. Oorzaken hiervan zijn:
• Beknelling, wanneer aansluitkabels door raam of deur-
spleten worden geleid.
• Breukpunten door het niet terzake kundig bevestigen of
geleiden van de aansluitkabel.
• Sneden door over de aansluitkabel te rijden.
• Isolatieschade door de kabel uit de wandcontactdoos te
trekken.
• Scheuren door veroudering van de isolatie.
Dergelijke beschadigde elektrische aansluitkabels mogen
niet worden gebruikt en zijn op grond van de isolatiescha-
de levensgevaarlijk.
Wisselstroommotor
• De stroomspanning moet 220 240 Volt zijn
• Verlengsnoeren moeten tot 25 meter lengte een dwars-
doorsnede van 1,5 vierkante millimeter hebben.
Aansluitingen van en reparaties aan de elektrische installa-
tie mogen uitsluitend door een erkende elektricien worden
uitgevoerd.
Bij vragen om inlichtingen a.u.b. de volgende gegevens
vermelden:
• Fabrikant van de motor
• Stroomsoort van de motor
• Gegevens op het machinetypeplaatje
• Gegevens op het motortypeplaatje
m Onderhoud
Waarschuwing: In het belang van de bedrijfsveiligheid
schakelt u de zaag altijd uit en neemt u de stekker uit het
stopcontact voordat u reparatiewerkzaamheden uitvoert.
Algemene opmerkingen
Het vernieuwen van de waslaag op de werktafel maakt het
geleiden van werkstukken eenvoudiger.
Afzuigsteun (fig. 15)
Op de afzuigsteun (1) rechts op de basismachine kan een
afzuigslang (niet meegeleverd) worden aangesloten. Als
zich binnen in de basismachine overvloedig zaagsel heeft
verzameld, gebruikt u voor het verwijderen hiervan een
natte of droge stofzuiger, of maakt u de schroeven aan de
rechterkant van de zaag los. Bevestig de metaalplaat en
schroeven weer voordat u de machine start. Dit zorgt ervoor
dat uw zaag goede prestaties blijft leveren.
Motor
Als de stroomkabel gescheurd, gesneden of op een andere
wijze is beschadigd, dient deze onmiddellijk te worden ver-
vangen. De lagers van de motor en de interne onderdelen
niet smeren!
Borstelinspectie
Verwijder de plaatafdekking en controleer de motorborstels
na de eerste 50 bedrijfsuren bij een nieuwe machine, of bij
de nieuwe installatie van borstels. Na de eerste controle,
controleert u vervolgens iedere tien bedrijfsuren.
Als de koolborstel tot op 6mm lengte is versleten of als de
veer of de draad doorgebrand of beschadigd zijn, dient u
beide borstels te verwisselen. Als tijdens het verwijderen
blijkt dat de borstels nog bruikbaar zijn, kunt u ze weer
terugzetten.
Zaagarmlager
Smeer het lager in de arm van de zaag iedere 50 bedrijfsu-
ren. Handel daarbij als volgt (fig. 14).
• Draai de zaag opzij.
• Breng een ruim hoeveelheid SAE 20 01 op het schacht-
einde en de bronzen lagers aan.
• Laat het smeervet een nacht intrekken.
• Herhaal deze procedure de volgende dag op de andere
kant van de zaag.
nederlandse 31
Tabla de contenido
