Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
9.2 Regelaar aantal slagen (afb. 2)
Met de regelaar aantal slagen (16) kunt u het aantal
slagen overeenkomstig het te zagen materiaal instel-
len. Voor zacht materiaal adviseren wij een hoger aan-
tal slagen, voor hard materiaal een lager aantal slagen.
Draai de regelaar aantal slagen (16) rechtsom om het
aantal slagen te verhogen. Draai de slagregelaar links-
om om het aantal slagen te verlagen.
9.3 Uitvoeren van uitsparingen
Met deze decoupeerzaag zijn uitsparingen in werk-
stukken mogelijk, zonder dat de buitenzijde of de om-
vang van het werkstuk beschadigd wordt.
1.
Verwijder het zaagblad (20) zoals onder 8.1 be-
schreven.
2.
Boor een gat in het werkstuk.
3.
Leg het werkstuk met het boorgat over de opening
van het tafelinzetstuk (24) op de zaagtafel (6).
4.
Installeer het zaagblad (20) (zoals onder 8,1 be-
schreven) door het boorgat in het werkstuk en stel
de bladspanning in.
5.
Verwijder na het beëindigen van de uitsparing het
zaagblad (20) uit de bladhouder (zoals onder 8.1
beschreven).
6.
Neem het werkstuk van de tafel.
9.4 Uitvoeren van versteksnedes (afb. 14)
WAARSCHUWING
Wees bij het uitvoeren van versteksnedes uitzonderlijk
voorzichtig. Door het kantelen van de zaagtafel wordt de
kans op wegglijden groter. Er bestaat gevaar voor letsel.
1.
Voor het uitvoeren van versteksnedes past u de
afstand van de op de neerhouder (22) gemonteer-
de zaagbladbescherming (5) tot de werktafel over-
eenkomstig aan.
2.
Zwenk de tafel, door de stergreepschroef (13) los
te maken en de zaagtafel (6) in de gewenste posi-
tie te kantelen.
3.
Haal de stergreepschroef (13) aan.
9.5 Werken met de schuurband
Met deze decoupeerzaag zijn slijpwerkzaamheden aan
de binnen- en buitenzijde van het werkstuk mogelijk.
9.5.1 Slijpwerkzaamheden aan de binnen- en bui-
tenzijde (afb. 23-25)
1.
Monteer de schuurband, zoals onder 8.3 beschreven.
2.
Voor het uitvoeren van slijpwerkzaamheden past
u de afstand van de neerhouder (22) overeenkom-
stig aan de werktafel (6) aan.
3.
Voer onder gelijkmatige druk het werkstuk voor-
zichtig tegen de schuurband (d) aan.
4.
Verwijder na het beëindigen van de slijpwerk-
zaamheden de schuurband (zoals onder 8.3 be-
schreven).
Let op: Bij een te sterke druk kan de schuurband
scheuren.
9.6 Bedrijf werklamp (afb. 4)
• Bedien de aan/uit-schakelaar (19) om de werklamp
(18) in en uit te schakelen.
9.7 AAN/UIT-schakelaar (15) (afb. 2)
• Inschakelen: Druk op de groene toets "I".
• Uitschakelen: Druk op de rode toets "0".
De machine is voorzien van een controlelampje (39)
die de bedrijfstoestand weergeeft.
Bedrijfstoestand "AAN": Controlelampje (39) brandt
Bedrijfstoestand "UIT": Controlelampje (39) brandt
niet.
LET OP
De machine is voorzien van een veiligheidsschakelaar te-
gen herinschakelen van de machine na spanningsuitval.
Als de decoupeerzaag is ingeschakeld en de stroom-
voorziening wordt onderbroken, blijft de decoupeer-
zaag uitgeschakeld, ook als de stroomvoorziening
weer wordt hersteld. Voor het inschakelen drukt u op-
nieuw op toets "I".
9.8 Werkmodi (afb. 1, 2)
De decoupeerzaag kan met de hand of met het voet-
pedaal worden (38) bediend. De keuze tussen de
werkmodi geschiedt via de keuzeschakelaar (37).
Let op! Het omschakelen van de werkmodi moet altijd
worden uitgevoerd bij een uitgeschakelde machine.
• Keuzeschakelaar positie "-": Stop-positie
• Keuzeschakelaar positie "I": Handmatige besturing
via regelaar aantal slagen (16).
• Keuzeschakelaar positie "II": Besturing met het voet-
pedaal.
www.scheppach.com
NL | 85
