SFA Sanipump ZFS 71 Manual De Instalación E Usuario página 42

Bomba sumergible para aguas residuales
Ocultar thumbs Ver también para Sanipump ZFS 71:
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 46
NL
Het stroomcircuit van het apparaat moet worden geaard (klasse I)
en beschermd door een hoge gevoeligheid differentieelschakelaar
(30mA) voor de sturing beschikken, of om een uitval van de sturing
bij het aanspringen van de FI-veiligheidsschakelaar te voorkomen,
is per pomp een FI-veiligheidsschakelaar tussen sturing en pomp te
installeren. De koppeling moet uitsluitend worden gebruikt voor de
stroomvoorziening van Sanipump. Indien de voedingskabel bescha-
digd is, dient deze om gevaar te voorkomen, te worden vervangen
door de fabrikant, de klantenservice of mensen met soortgelijke be-
voegdheden.
• Sluit het apparaat op het spanningsnet aan volgens de geldende
normen van het land.
• Neem de voorschriften van EN 12056-4 in acht.
• Bij installatie in bad- of doucheruimten moet de norm NF C 15-100
in acht worden genomen.
• Bij een driefasige stroomaansluiting moet de externe zekering
in de regel voorzien zijn van 3-polige mechanisch vergrendelde
stroomonderbrekers met de kenmerkende K-waarde. Dit zorgt voor
een volledige netscheiding en voorkomt een 2-fasige werking.
• Alle elektrische toestellen zoals sturing, alarmen en stopcontact
moeten in droge ruimtes overstroomveilig geïnstalleerd worden.
De pomp in wisselstroomuitvoering moet met een extra schakel-
kast worden gebruikt. Deze is met volgende elementen uit te rus-
ten: hoofdschakelaar, beveiligingen, thermisch motorbeschermrelais,
condensator 60 µF, herinschakelblokkering voor begrenzerkring,
meldlampen "Werking" en "Storing", Ex i-relais en een vlotter voor
bescherming tegen droog lo-pen.
De pomp wordt via de aan het schakeltoestel aangesloten kabel met
stekker aan een beveiligingscontactstopcon-tact aangesloten.
De pomp in wisselstroomuitvoering moet met de meegeleverde
hulpschakeltoestel worden bediend.
GEVAAR
 Het schakeltoestel moet buiten de explosiege-
voelige zone aangebracht worden!
 De vlotter voor droogloopbescherming moet zo
aangebracht worden, zodat het waterniveau niet
onder de onderrand van het motorhuis kan dalen.
Een verdere elektrische installatie is niet nodig. Bij behoefte kan de
motorbehuizing aan de daarvoor voorziene externe aardingsklem
bijkomend geaard worden.
Eenfasig model
Wordt een schakeltoestel aan de pomp Sanipump ZFS 71.1 S aange-
sloten, dan gebeurt de aansluiting als volgt:
NET
1~ 230 V/50 Hz
L1
N
Zekering
Motorbeveiliging
Thermische wikkelbescherming
Motorrelais
Condensator
U1
U2
1
2
Z1
3
M
1~
230 V
50 Hz
Driefasenmodel
De aders van de 7-aderige aansluitkabel van de pompen in driefasi-
ge-uitvoering zijn als volgt gekentekend:
Regelkring
Begrezerkring
TB1
TB2
TB3
4
5
6
Groen/Geel
PE Aardleiding
Groen/Geel
PE
Aardleiding (aarding)
1
U1
2
V1
Drie wikkelingen, sterschakeling
3
W1
4
TB1 Tweede contact regelkring
5
TB2 Gezamenlijk contact voor regel- en begren-
zerkring
6
TB3 Tweede contact begrenzerkring
Aansluitingsplan driefasige motor:
NET
3~ 400 V/50 Hz
L1
L2
L3
Zekering
Motorbeveiliging
Motorrelais
U1
V1
W1
1
2
3
M
3~
400 V
50 Hz
Aansluiting van de thermische wikkelbeveiliging:
- Regelkring : TB1 en TB2 moeten in een schakeling zo aangesloten
worden, zodat volgende functie gewaarborgd wordt: Springen deze
thermovoelers aan, dan wordt de pomp afgeschakeld, tot de tempe-
ra-tuur terug gezakt is. Nu schakelt de pomp terug aan.
- Begrenzerkring : TB2 en TB3 moeten in een schakeltoestel zo aan-
gesloten worden, zodat volgende functie gewaarborgd is: Springen
deze thermovoelers aan, (uitval van de regelkring), dan wordt de
pomp af-geschakeld en kan uitsluitend terug manueel in bedrijf wor-
den genomen. Dit mag echter pas gebeuren, als een foutanalyse
doorgevoerd en de oorzaak van de storing is opgelost.
4.2 VOORBEREIDING EN HYDRAULISCHE AANSLUITING
MELDING
Bewegende delen.
Gevaar voor afknellen, snijden of amputeren van vin-
gers of andere lichaamsdelen.
 De pompinstallatie mag geen toegang geven tot be-
wegende delen.
 De beveiliging tegen toevallig contact van bewegen-
de delen (bv. koppeling) mag tijdens het gebruik van de
machine niet worden verwijderd.
 Blijf uit de buurt van bewegende delen.
MELDING
 De vuil water-dompelpomp moet goed tegen het
aanzuigen van lucht worden beschermd!
 Deze pompen mogen niet in droge opstelling ge-
monteerd worden, omdat de explosiebeveiliging een
minimum wa-terstand tot onderkant motorbehuizing
voorschrijft.
Voorbeeld van installatie in de bijlage.
4.2.1 Opstelling met vloersteunring
- Vloersteunring aan aanzuigflens van pomp monteren en pomp op-
stellen. Daarbij op voldoende standvastheid van de pomp letten.
- Drukzijde met flens DN 50 aansluiten.
- Als er een slang aan de drukleiding wordt geïnstalleerd, dan moeten
knikken vermeden worden.
42
Thermische wikkelbescherming
Regelkring
Begrezerkring
TB1
TB2
TB3
4
5
6
Groen/Geel
PE Aardleiding
loading