3 Om te ontgrendelen op de RESET-toets drukken.
Het apparaat werkt dan in de laatst gekozen
gebruiksmodus.
▷ Mogelijke fouten:
Weergave
F
A
C
E
U
4 Reageert de branderbesturing niet, alhoewel
alle mogelijke fouten als hieronder beschreven
verholpen zijn, contact opnemen met uw leve-
rancier.
? Storing
! Oorzaak
• Remedie
? Het 7-segmentsdisplay is ondanks aanwe-
zige spanning verdwenen?
! De zekering F2 is defect.
• Contacten van de zekering controleren.
L
N
Een vervangende zekering bevindt zich direct
naast de zekeringhouder.
Attentie! De juiste zekering voor 4 A plaatsen!
? Foutcode F. en 1 wisselen elkaar knipperend
af?
De branderbesturing herkent bij het opstarten
van de brander tijdens de veiligheidstijd de vlam
D – 49018 Osnabrück, Germany
niet. Bij geparametreerd herstarten wordt meer-
maals automatisch geprobeerd te starten.
ACU
! Onvoldoende inlaatdruk aanwezig.
• Inlaatdruk controleren.
! De ontsteking werkt niet correct.
• De aansluiting van de ontstekingskabels op be-
schadiging of vocht controleren. De bougiedop
moet correct geplaatst zijn.
• De ontstekingsvonk tijdens de 3 s ontstekings-
tijd vanaf de branderventilatorzijde akoestisch
controleren.
• Ontstekingspen reinigen.
• Ontstekingstransformator controleren en indien
nodig vervangen.
! Een slecht vlamsignaal door een verkeerde instel-
ling van de brander.
RGA100_NF.indd 15
Soort fout
Vlamfout
Luchtfout
Temperatuurfout
Elektronische fout
Overige mogelijke fouten
L
N
L
N
N
• CO
bijstellen, zie pagina 10 (Verwarmings-
2
toestel instellen).
! Een slecht vlamsignaal door een vervuilde of
slecht aangesloten ionisatiepen.
• Ionisatiepen controleren en indien nodig met fijn
schuurpapier reinigen.
• De aansluiting van de leiding, kabel en stekker
op beschadiging of vocht controleren. De stekker
moet op de juiste manier zijn aangebracht.
• De geel-groene leiding van de massa van de
brander op vaste aansluiting en corrosie con-
troleren.
• De ionisatiepen is defect en moet vervangen
worden.
! Lucht in de gasleiding.
• Gasleiding ontluchten.
! De kleppen gaan niet open.
• De klepstekker op de gasregelcombinatie eraf
trekken en tijdens de veiligheidstijd de spanning
op de klepstekker meten.
• Bij onvoldoende spanning eerst de zekering F2
(4 A) controleren. Wanneer het display en de leds
niet branden, is deze defect.
• Bij onvoldoende spanning de gasregelcombinatie
LT
LV
vervangen en naar de leverancier sturen.
L
i
1
2
? Foutcode F. en 1 wisselen elkaar knipperend
af en de lamp begint rood te branden?
De fout kon niet worden verholpen. Alle start-
pogingen zijn gedaan en de branderbesturing
wordt vergrendeld.
▷ Ontgrendeling alleen met de RESET-toets op de
branderbesturing of, indien voorhanden, met de
afstandsontgrendeling mogelijk.
• De foutoorzaak als eerder bij de waarschuwing
F.1 beschreven verhelpen.
? Foutcode F. en 2 wisselen elkaar knipperend
af?
De vlam is tijdens een werkende installatie uit-
gegaan. Bij een geparametreerde herstart wordt
een automatische herstart uitgevoerd.
! Een slecht vlamsignaal door een verkeerde instel-
ling van de brander.
• CO
bijstellen, zie pagina 10 (Verwarmings-
2
toestel instellen).
! Een slecht vlamsignaal door een vervuilde of
slecht aangesloten ionisatiepen.
• Ionisatiepen controleren en indien nodig met fijn
schuurpapier reinigen.
NL-15
0 V
1
2
+T
–
+V
mA
13.09.20 23:11
V
+