Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
INSTALLATIE VAN BINNENUNITS
12.2 CONTROLE VOOR INBEDRIJFNEMING
?
O P M E R K I N G
•
Installeer de binnenunit met voldoende ruimte rondom voor
bediening en onderhoudswerkzaamheden.
•
Beoordeel de luchtverspreiding van de binnenunit door de
ruimte en kies een geschikte locatie zodat de ruimte overal
dezelfde temperatuur krijgt.
•
Voorkom obstakels zoals lampen of een scheidingswanden die
de luchtinlaat en -uitlaat kunnen hinderen.
•
Zorg ervoor dat het plafond sterk genoeg is om de binnenunit
op te hangen.
•
Controleer of de muur verticaal en effen is.
Installatie van een enkele unit
Min. 40
(Minimale vrije ruimte om ophangbout
te kunnen vastdraaien)
Parallele installatie
Min. 40
?
O P M E R K I N G
Als het plafond een kroonlijst heeft, meet dat de afstand vanaf de voorkant
of onderkant ervan.
•
Voor binnenunits met bewegingssensor toont de
onderstaande afbeelding het detectiegebied van de
bewegingssensor.
Detectiegebied
Detectiegebied
0,8m vanaf de vloer
224
PMML0551 rev.4 - 07/2023 - A10762310A
•
Installeer de binnenunits niet in een machinewinkel of keuken
waar oliedampen de unit binnenstromen. De olie zet zich af op
de warmtewisselaar, waardoor het rendement van de binnenunit
daalt en de plastic onderdelen vervormen. In het ergste geval
kunnen de plastic onderdelen van de unit breken.
•
Installeer de binnenunit niet op een plek waar hij in contact komt
met hoge vochtigheid.
•
De verwarmde lucht kan tijdens het verwarming rond het plafond
blijven hangen. Daarom is het raadzaam om ook een ventilator
te installeren.
•
De binnenunit kan op een hoogte van max. 3,5 meter (voor
modellen van 1,5 tot 3 HP) en max. 4,3 meter (voor modellen van
4 tot 6 HP) worden geïnstalleerd.
•
Installeer de airconditioning niet op een plak waar de luchtstroom
direct op apparaten met een temperatuursensor blaast, zoals
een alarm of een besturing. Dit kan een storing in het alarm of in
de besturing veroorzaken.
Min.
300
(Minimale vrije ruimte voor
lamellenmotor)
Min.
300
•
Meerdere combinaties: Combinaties van twee, drie en vier
binnenunits moeten in hetzelfde vertrek geïnstalleerd zijn
en onder dezelfde condities werken. Als elke binnenunit is
afgescheiden door een muur, meubelstuk of gordijn, kan dit
een storing veroorzaken. Houd daar rekening mee tijdens
het herschikken van meubels of het herinrichten van een
interieur na het installeren van de units.
•
Installeer de binnenunits niet in een zure of basische
omgeving, om corrosie van de warmtewisselaars te
Diepte 7m
voorkomen.
•
De temperatuur en de vochtigheid binnen in het verlaagd
Afstand vloer
plafond overschrijden mogelijk respectievelijk 30ºC en 80%
tot plafond
RV (Relatieve vochtigheid). Breng daarom extra isolatie aan
2,7 m
op de binnenunit, om condensvorming te voorkomen.
(mm)
Min. 8
Min.
Min. 400
500
Min.
2500
(mm)
Min.
300
