De omvormer aansluiten
A
LET OP!
Controleer voor het boren of er geen elektrische kabels of andere
onderdelen van het voertuig door boren, zagen en vijlen beschadigd
kunnen raken.
6.2
Omvormer monteren
➤ Monteer de omvormer zoals afgebeeld (afb. 4, pagina 4).
7
De omvormer aansluiten
!
WAARSCHUWING!
Sluit altijd slechts één verbruiker aan op de omvormer. Het aansluiten
van meer dan één toestel moet worden uitgevoerd door een elektricien
in overeenstemming met de lokale voorschriften voor bescherming
tegen elektrische schokken.
A
LET OP!
• Bij onjuiste polariteit brandt een interne zekering door die moet wor-
den vervangen door de Dometic-service. Bovendien kan de elektro-
nica beschadigd raken.
• Zorg ervoor dat de omvormer alleen werkt met de volgende span-
ning:
– DSP212, DSP412: 12 Vg
– DSP224, DSP424: 24 Vg
➤ Sluit de omvormer aan zoals afgebeeld:
– Accu aansluiten:
DSP212, DSP224: afb. 5, pagina 5
DSP412, DSP424: afb. 6, pagina 5
– Verbruiker aansluiten: afb. 7, pagina 6
Externe schakelaar aansluiten om toestel in en uit te schakelen (alleen
DSP412, DSP424)
I
INSTRUCTIE
De omvormer is ingeschakeld wanneer de externe schakelaar of de
hoofdschakelaar (afb. 2 1, pagina 3) is ingeschakeld. Als de omvormer
alleen via een externe schakelaar wordt bediend, moet de hoofdschake-
laar in stand „0" worden gezet.
104
DSP 212, DSP 224, DSP 412, DSP 424
NL