Atlas Copco P Serie Manual De Instrucciones página 121

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 35
De fabrikant is ook niet aansprakelijk voor schade die is
ontstaan door het gebruik van niet-originele onderdelen
en voor wijzigingen, toevoegingen of veranderingen die
zijn aangebracht zonder de voorafgaande schriftelijke
toestemming van de fabrikant.
Als een bepaald voorschrift uit deze handleiding niet
overeenkomt met de plaatselijke wetgeving, moet de
strengste van beide regels worden nageleefd.
Deze veiligheidsvoorschriften mogen niet worden
geïnterpreteerd
als
suggesties,
aanbevelingen
aanmoedigingen
voor
het
overtreden
toepasselijke wetten en reglementen.
1.2
Algemene
veiligheidsvoorschriften
1
De eigenaar is ervoor verantwoordelijk dat de
machine in een veilige staat van werking gehouden
wordt. Onderdelen en toebehoren van de machine
moeten worden vervangen indien ze ontbreken of
geen veilige werking meer kunnen garanderen.
2
De werkleider of verantwoordelijke persoon moet
zich te allen tijde ervan overtuigen dat alle
instructies met betrekking tot de werking en het
onderhoud van de machine en installatie strikt
worden opgevolgd. Ook dient hij ervoor te zorgen,
dat
de
machine
met
alle
veiligheidsvoorzieningen, alsook de aangesloten
apparatuur in goede staat zijn, vrij van abnormale
slijtage en dat alle onderdelen in originele staat zijn
en naar behoren functioneren.
3
Wanneer er een vermoeden bestaat of wanneer er
aanwijzingen zijn dat een onderdeel in de machine
oververhit is geraakt, dient u de machine uit te
schakelen. U mag echter geen inspectieluiken
openen voordat voldoende afkoeltijd in acht is
genomen. Zo wordt voorkomen dat oliedamp
spontaan zou ontvlammen door de toevoer van
lucht.
4
Normale waarden (bijv. drukwaarden, temperatu-
ren, toerentallen, enz.) moeten op permanente wijze
aangegeven worden.
5
Gebruik de machine alleen voor het beoogde doel
en binnen de nominale limietwaarden (druk,
temperatuur, toerentallen, enz.).
6
Hou de machine en installatie schoon door de
of
machine zoveel mogelijk vrij te houden van olie,
van
de
stof en andere afzettingen.
7
Inspecteer en reinig de warmteoverdrachtsopper-
vlakken (koelers, tussenkoelers, watermantels, enz.)
om een toename van de bedrijfstemperatuur te voor-
komen. Zie het onderhoudsschema.
8
Alle regeluitrustingen en beveiligingen moeten
zorgvuldig worden onderhouden zodat ze goed
functioneren. Ze mogen niet worden uitgeschakeld.
9
De nauwkeurigheid van drukmeters en thermome-
ters moet regelmatig worden gecontroleerd. Ze
moeten worden vervangen als de afwijking de toe-
gestane tolerantie overschrijdt.
10 Beveiligingen
beschreven in het onderhoudsschema van de
handleiding, om te zien of ze nog in goede staat
toebehoren
en
verkeren.
11 Let op de pictogrammen en informatielabels op het
toestel.
12 Waar veiligheidslabels verdwenen of beschadigd
zijn, moeten deze worden vervangen om de
veiligheid van de operator te garanderen.
13 Hou de werkomgeving schoon. Het gebrek aan orde
kan de kans op ongevallen vergroten.
moeten
getest
worden
zoals
- 121 -
14 Draag beschermende kleding wanneer u aan de
machine werkt. Dit zijn, afhankelijk van de aard van
de werkzaamheden: veiligheidsbril, gehoorbescher-
ming, veiligheidshelm (met beschermend vizier),
veiligheidshandschoenen, beschermende kleding,
veiligheidsschoenen. Draag geen lang, los haar
(bescherm lang haar met een haarnet) of losse kle-
ding of sieraden.
15 Neem voorzorgsmaatregelen tegen brand. Ga
voorzichtig
om
met
brandstof,
antivriesmiddel, omdat dit brandbare stoffen zijn.
Rook niet en gebruik geen open vuur in de buurt
van deze stoffen. Zorg er altijd voor dat u een
brandblusser bij de hand heeft.
16a Mobiele generatoren (met aardingspen):
Zorg ervoor dat de generator en de belasting goed
worden geaard.
olie
en
loading