NL
BE
gebruikt met respectievelijk dezelfde
markering op de schroefkop.
De wielbouten (13b) aan de linkerkant
("L") op de maaier zijn tegen de klok in
↺
vastgezet zodat ze tijdens het ge
bruik niet vanzelf loskomen.
Gebruik voor het indraaien van de
schroeven de inbussleutel (23).
2. Dek de wielschroeven (13b) met de
wieldoppen (13a) af.
Grasbak monteren/
demonteren
Opgelet: Gebruik het appa-
raat niet zonder correct ge-
monteerde grasbak of zon-
der stootbeveiliging. Gevaar
voor verwondingen!
Grasbak monteren:
1. Til de achterste stootbeveiliging (6) om-
hoog.
2. Grijp de grasbak (5) vast aan het trans-
porthandvat (5a).
3. Hang de grasbak (5) in de daartoe
voorziene ophanging voor de grasbak
(27) aan de achterzijde van het appa-
raat.
4. Klap de stootbeveiling (6) neer, hij
houdt de grasbak (5) op zijn plek.
Grasbak demonteren:
5. Til de stootbeveiliging (6) op.
6. Neem de grasbak (5) aan het trans-
porthandvat (5a) vast en hef hem eruit.
Mulchkit
Mulchkit aanbrengen
1. Verwijder, indien deze is gemonteerd,
de grasopvangbak.
2. Til de stootbeveiliging (6) op.
80
3. Zet de mulchkit (25) rechtop met de
onderrand op het apparaat.
4. Druk de mulchkit (25) met de onder-
rand en vervolgens met de bovenrand
in de uitwerpopening.
5. Klap de stootbeveiliging (6) op de mul-
chkit (25).
Mulchkit verwijderen
1. Hef de stootbescherming (6) op.
2. Neem de mulchkit (25) vast.
3. Kantel de mulchkit (25) lichtjes naar
voren.
4. Trek eerst de onderkant van de mulchkit
(25) uit het apparaat.
5. Verwijder de mulchkit (25).
Motorolie tanken
Zet het apparaat op een vlakke on-
dergrond.
1. Draai de olietankdop met meetstok
(28) eraf.
2. Vul de olietank met motorolie. De
olietank heeft een inhoud van 0,4 l.
Gebruik merkolie.
3. Sluit de olietankdop (28) weer.
Het oliepeil controleren
1. Draai de olietankdop met meetstok
(28) eraf.
2. Veeg de meetstok (28) schoon met een
schoon doek.
3. Draai de olietanddop met de oliepeil-
stok (28) weer volledig vast.
4. Draai de olietankdop met
oliepeilstok (28) los en lees na het
uittrekken de oliestand af op de
oliepeilstok.
Het oliepeil moet zich in het gemar-
keerde gebied tussen de minimum-
en maximummarkering (maximum:
0,4 l motorolie in de olietank) bevinden.