7. Leid deze leiding door de muur en sluit hem aan op de buitenunit.
8. Isoleer alle leidingen, inclusief de kleppen van de buitenunit.
9. Open de afsluitkranen van de buitenunit om de stroming van het koelmiddel tussen de binnen- en de
buitenunit op gang te brengen.
Controleer of er geen enkele lekkage van koelmiddel is nadat de installatiewerken voltooid zijn.
Als koelmiddel lekt, ventileer de zone dan onmiddellijk en leeg het systeem.
8 - BEDRADING
•
Alle bedrading moet voldoen aan de plaatselijke en nationale elektrische voorschriften en
regelgeving en moet worden geïnstalleerd door een gediplomeerd elektricien.
•
Alle elektrische aansluitingen moeten worden uitgevoerd volgens het elektrisch aansluit-
schema dat zich op de panelen van de binnen- en buitenunits bevindt.
•
Als er een ernstig veiligheidsprobleem is met de stroomvoorziening, stop dan onmiddellijk
met werken. Leg uw redenering uit aan de klant, en weiger de eenheid te installeren tot het
veiligheidsprobleem naar behoren is opgelost.
•
De voedingsspanning moet binnen 90-110% van de nominale spanning liggen. Onvoldoende
stroomtoevoer kan leiden tot storingen, elektrische schokken of brand.
•
Sluit het toestel alleen aan op een individuele wandcontactdoos. Sluit geen ander apparaat
op dat stopcontact aan.
•
Elke draad moet stevig worden aangesloten. Losse bedrading kan leiden tot oververhitting
van het aansluitpunt, wat kan resulteren in een slechte werking van het product en mogelijk
brand.
•
Zorg ervoor dat de draden de koelmiddelleidingen, de compressor en de bewegende delen
van de unit niet raken of er tegenaan liggen.
•
Zorg ervoor dat u uw elektrische bedrading niet kruist met uw signaalbedrading. Dit kan
vervorming en interferentie veroorzaken.
•
Het toestel moet op het hoofdstopcontact worden aangesloten. Normaal moet de voeding
een impedantie van 32 ohm hebben.
•
Er mag geen andere apparatuur op hetzelfde stroomcircuit worden aangesloten.
•
Sluit de buitenkabels aan voordat u de binnenkabels aansluit.
CONTROLEER OF:
•
De spanning- en frequentiewaarden overeenstemmen met de gegevens op de typeplaat
van het apparaat.
•
De stroomtoevoerlijn is voorzien van een doeltreffende aardaansluiting, geschikt voor de
maximale absorptie van de airconditioner.
•
Op het voedingsnet van het apparaat moet een geschikte meerpolige scheidingsschakelaar
worden voorzien, in overeenstemming met de nationale installatienormen.
Controleer ook of de elektrische voeding is voorzien van een doeltreffende aardaansluiting
en geschikte beveiliging tegen overbelasting en/of kortsluiting.
We adviseren om een keramische zekering met de eigenschappen die in de tabel gegeven
zijn te gebruiken (of andere elementen met gelijkwaardige functies).
•
ALVORENS DE ELEKTRISCHE AANSLUITING TE MAKEN, CONTROLEREN OF DE OP-
WAARTSE SCHEIDINGSSCHAKELAAR OP "0" (OFF) STAAT EN OF DE AFSCHERMINGEN
VAN DE BINNEN- EN BUITENUNIT CORRECT ZIJN GEPLAATST.
SCHAKEL DE HOOFDSTROOM NAAR HET SYSTEEM UIT VOORDAT U ELEKTRISCHE OF BE-
DRADINGSWERKZAAMHEDEN UITVOERT.
NL - 21
ARYAL S2 E DUAL / TRIAL