Afb.
c
Monteer links en rechts boven bij de vloersec-
tie (44) elk een buitenste band (48L/48R).
Gebruik voor de montage, afhankelijk van de betref-
fende deurvariant, de volgende bouten:
iso20-4 = bouten (S10)
iso45-5 = bouten (S19)
Het toegestane aanhaalmoment van 10 Nm aanhou-
den bij het vastschroeven.
Afb.
d
De looprol (56) uit de voorgemonteerde loop-
rolhouder (61)
van
ging (57L/57R) trekken en de looprol aan de andere
zijde in de looprolhouder (61) plaatsen.
Afb.
e
Afb.
f
Monteer de onderste kabelbevesti-
ging (57L/57R) op de vloersectie (44). Kantel hiervoor
de kabelbevestiging (57L/57R) naar u toe en plaats
de rol eerst in de looprail van het deurkozijn (1L/1R).
Kantel daarna de kabelbevestiging (57L/57R) weer
terug naar de definitieve positie.
Afb.
g
Gebruik voor de montage, afhankelijk van de
betreffende deurvariant, de volgende bouten:
iso20-4 = bouten (S10)
iso45-5 = bouten (S19)
Het toegestane aanhaalmoment van 10 Nm aanhou-
den bij het vastschroeven.
4.5.3 Instellen van de looprollen
De looprollen na elk nieuw geplaatst
deursegment instellen, zo heeft u direct
inzicht in de afstand tussen het slijtprofiel van
het kozijn en het geplaatste deursegment.
Houd hierbij rekening met de volgende
instellingen voor de verschillende
deuraandrijvingstypen.
Afb.
a
, pagina A15. Voor het instellen van de loop-
rol (56) de bout (56a) losdraaien.
Afb.
b
Handbediening, evenals plafondaandrijf-
eenheid: Alle looprollen (56) zo instellen, dat het
deursegment een afstand van ca. 1,5 - 2 mm heeft
t.o.v. het slijtprofiel (rollen wegtrekken in pijlrichting).
Afb.
c
Novoport-aandrijving: De looprollen (56) zo
instellen als eerder is beschreven. De bovenste loop-
rol (56) aan de Novoport-zijde omgekeerd instellen,
om het deurblad van de slijtkant weg te trekken.
Zorg dat de looprollen met de hand kunnen worden
gedraaid.
4.5.4 Montage van de slotsectie
Afb.
a
, pagina A16. Positioneer de slotsectie (67) in
het deurframe en beveilig deze tegen omvallen. Zorg
bij het plaatsen op een correcte plaatsing van de
groef en de veerverbinding tussen de secties.
Afb.
b
De slotsectie (67) bij de buitenscharnie-
ren (48L/48R) vastschroeven aan de hieronder lig-
gende vloersectie (44) en monteer links en rechts bo-
ven elk een buitenste band (48L/48R) net als bij de
vloersectie (44).
Deze montage-, bedienings- en onderhoudshandleiding moet tijdens de gehele gebruiksduur worden bewaard!
de
onderste
kabelbevesti-
Gebruik voor de montage, afhankelijk van de betref-
fende deurvariant, de volgende bouten:
iso20-4 = bouten (S10)
iso45-5 = bouten (S19)
Het toegestane aanhaalmoment van 10 Nm aanhou-
den bij het vastschroeven.
4.5.5 Slotmontage (optioneel)
Monteer de slotset in de slotsectie volgens de afbeel-
dingen.
Afb.
a
, pagina A16. Steek het slotschild (72) met
het afdekschild (71) van buiten in de uitgestanste
rechthoekige opening van de slotsectie (67) en deze
met de slotset (73, 76) van binnenuit vastschroeven
met de bouten (S1).
Afb.
b
De buitengreep (70) door de verschillende
openingen van het slot (gebogen deel naar boven wij-
zend) steken en de buitengreep (70) van binnenuit
vastschroeven op de binnengreep (78), met de
schroef (S2).
Afb.
c
De grendelstang (80) in de grendel (79) ha-
ken.
Afb.
d
Het andere uiteinde van de grendelstang (80)
in de draaiarm (77) haken en de grendel (79) met de
bouten (S10) vastschroeven op de slotsectie. Het
toegestane aanhaalmoment van 10 Nm aanhouden
bij het vastschroeven.
4.5.6 Montage van de middensectie(s)
Positioneer de middensectie(s) (86) in het deurframe
en monteer deze op dezelfde wijze als de slotsectie,
resp. vloersectie.
4.5.7 Montage van de kopsectie
Positioneer de kopsectie (87) in het deurframe en be-
veilig het tegen omvallen. De kopsectie (87) bij de
buitenscharnieren (48L/48R) vastschroeven aan de
hieronder liggende sectie.
Afb.
a
De volgende voormontage van de
rollenbok (88R/88L), is identiek voor beide
deurvarianten en wordt getoond op basis van
de rollenbok (88R/88L) voor iso20-4.
Afb.
b
, pagina A17. Voor zowel de linker- als de
rechterzijde van de kopsectie (87) elk een rollen-
bok (88L/88R) met een looprol (105L/105R) voorbe-
reiden, door beiden handvast vast te schroeven met
de bouten en moeren (S5 + S12).
Afb.
c
Afb.
d
Bij het installeren van een NovoPort-
aandrijving moet aan de aandrijfzijde de buitenste
ring van de bovenste looprol (105L/105R) worden ge-
demonteerd.
Houd de looprol in de rechterhand. Steek een schroe-
vendraaier tussen rib en tand van de looprol. Draai
de looprol rechtsom om de buitenste ring los te ma-
ken en los te trekken.
Afb.
e
Monteer zowel rechts als links van de kopsec-
tie
(87)
elk
een
bok (88L/88R).
voorgemonteerde
rollen-
NL - 49