Afb.
b
De aanslagbreedte ligt tussen 80 mm en
119 mm. Plaats de muurankers (7) binnen in het ko-
zijnprofiel.
LET OP
Belemmering van de werking van de
trekveren!
Plaats de moeren (S12) in geen geval
aan de binnenkant. Dit leidt tot een be-
lemmering van de werking van de trek-
veren! Zie ook de uitzondering in de
Afb.
c
.
Afb.
c
Bedraagt de afstand tussen garagewand en
profiel minder dan 10 mm, dan legt u onder de
schroef (S6) ook nog een onderlegring (U4) en
plaatst u de schroef (S6) van buitenaf in het kozijn-
profiel, zodat de schroefverbinding met de schroef-
moer (S12) aan de binnenkant wordt gemaakt.
4.4.3 Plugmontage van het deurframe
Afb.
a
, pagina A4. Het deurframe oprichten en
plaats het achter de doorrijdopening.
Beveilig het deurframe tegen omvallen en lijn het met
een waterpas exact parallel en haaks uit.
Afb.
b
Monteer de plaathouder (13), door deze in het
midden in de plaat (3) vast te klikken.
Afb.
c
Boor de pluggaten (Ø=10 mm) met een diepte
van min. ca. 65 mm. Gebruik hiervoor bij voorkeur
een steenboor met een lengte van 200 mm.
Afb.
d
, Afb.
e
en Afb.
der (13) en de complete kozijnprofielen elk met de
bouten (S8) en geschikte pluggen (S9) vast.
Afb.
g
Voor het verankeren van het kozijn in de vloer
de schroef (S8) in combinatie met de plug (S9) en de
ring (U1) gebruiken.
Afb.
h
Plaats de bout (S6) in het onderste gat van
het kozijnprofiel (1L/1R) en deze met de moer (S12)
vastschroeven.
LET OP
Kozijnprofielen (1R) en (1L) niet
verdraaien!
Zorg bij het vastschroeven van de ko-
zijnprofielen dat ze niet kromtrekken of
verdraaien. De kozijnprofielen indien
nodig ondervullen met geschikt materi-
aal. De hiervoor geschikte onderlegha-
ken zijn verkrijgbaar bij Novoferm.
4.4.4 Voormontage van de horizontale
looprailparen
Afb.
a
Monteer de verbindingsplaat (18) met de bou-
ten (S6 en S12). Zorg hierbij dat de boutkoppen (S6)
t.o.v. de looprail naar binnen zijn gemonteerd!
Afb.
b
Monteer elk van de hoekverbindingsprofie-
len (20) met de bouten (S11) op het looprail-
paar (14L/14R).
Deze montage-, bedienings- en onderhoudshandleiding moet tijdens de gehele gebruiksduur worden bewaard!
f
Schroef de plaathou-
4.4.5 Montage van de horizontale looprailparen
op het frame
Afb.
a
, pagina A6. Plaats de kabelhouder (4L/4R)
in de uitsparing van het kozijnprofiel (1L/1R).
Afb.
b
Schroef het vormeindstuk (16L/16R) vast aan
het kozijnprofiel (1L/1R) en de kabelhouder (4L/4R)
door de schroeven (S11) handvast erin te draaien.
Afb.
c
en Afb.
d
Verbind het looprailpaar (14L/14R)
met het kozijnprofiel (1L/1R) door het looprail-
paar (14L/14R) in het vormeindstuk (16L/16R) te
schuiven en met de schroeven (S17) vast te schroe-
ven.
Afb.
e
Ondersteun de looprailparen (14L/14R) bij de
montage met geschikte hulpmiddelen aan het achter-
ste uiteinde en lijn de looprailparen (14L/14R) vervol-
gens horizontaal uit.
Afb.
f
Monteer de looprailbochtstukken (30) op de
kozijnprofielen (1L/1R), evenals met de verbindings-
platen (18), door ze met de bouten (S17 + S12) vast
te schroeven.
LET OP
Mogelijke rolblokkade bij de
overgangen van de looprails.
Zorg voor een vloeiende overgang tus-
sen de looprailprofielen, pas indien no-
dig de bochtuiteinden iets aan.
4.4.6 Afhangen van de horizontale looprailparen
Afb.
a
, pagina A7. Het afhangen achter bij het
looprailpaar (14L/14R) gebeurt, afhankelijk van de
bouwkundige omstandigheden, in twee montagevari-
anten:
LET OP
De ankerrail (27) moet op basis van
de totale ophanging worden
onderverdeeld
De ankerrail (27) is bedoeld voor alle
ophangingen en moet met vooruitzien-
de blik in de benodigde segmenten wor-
den onderverdeeld
Procedure (A) bij wandmontage, evenals een ga-
ragebinnenbreedte tot max. BRB + 1030 mm bij
deurinbouw in het midden:
Afb.
b
en Afb.
c
In de eerste stap een ankerrail (27)
voorbereiden, de benodigde lengte afmeten en de
ankerrail (27) overeenkomstig inkorten. Zorg hierbij
dat bij de benodigde wandaanslagmaat ca. 200 mm
wordt opgeteld, die later in de looprailverbinders (6)
moet blijven en voor de nodige stabiliteit zorgt. Mon-
teer in de volgende stap aan een uiteinde van de an-
kerrail (27) de klemplaat (29). Zorg bij het opschroe-
ven dat deze nog kan worden bewogen. Monteer
daarna aan het andere uiteinde het aansluitpro-
fiel (28). Gebruik voor de montage de betreffende
bouten en moeren (S6 + S12). Aan de zijde van de
wandmontage de voorgemonteerde ankerrail (27)
volledig in de looprailverbinder (6) schuiven.
NL - 47