Menu 3 Basisinstellingen En Eerste Inbedrijfstelling - Novoferm tormatic TAD MS 400V Manual De Instrucciones Y De Montaje

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 62
Menu 1 basisinstellingen laadbruggen
Overstroom hydrauliekmotor (menupunt 10)
Afhankelijk van de ingestelde stroomwaarde schakelt de bestu-
ring bij een overschrijding van deze waarde de pomp uit.
Voor het instellen van de correcte stroomwaarde voor de over-
stroom, moet eerst de nominale waarde worden bepaald. Ga
hierbij als volgt te werk:
1.
Kies bij de besturing menu  1 "Basisinstellingen laadbrug"
en ga naar menupunt 10 "Overstroom motorpomp".
2.
De laadbrug heffen, tot de overdrukklep aanspreekt. Dit is
het geval bij de bovenste positie van de laadbrug.
3.
Druk op de knop 
ð
Het display toont nu de bereikte nominale waarde. Dit is
het geval bij de bovenste positie van de laadbrug.
4.
De waarde voor de overstroom zo instellen dat de ingestel-
de waarde 1 groter is dan de bepaalde nominale waarde.
Defect van de besturing of de hydrauliek door
LET OP
verkeerde parameters
Een verkeerde instelling kan tot een defect van
de besturing of de hydrauliek leiden. De parame-
ter moet in de gebruikte hydrauliek worden aan-
gepast.
Tijd automatisch (menupunt 13)
De tijd automatisch bepaalt hoe lang de laadbrug na het drukken
op de return-knop wordt geheven, om daarna veilig naar de rust-
positie te dalen.
Voor het vastleggen van de tijd automatisch, in het menu de ge-
wenste waarde kiezen.
LET OP
Defect door een verkeerde instelling van de
tijd automatisch.
Een verkeerde instelling kan tot een defect van
de besturing of de hydrauliek leiden. De parame-
ters aanpassen aan de gebruikte hydrauliek.
TR automatisch (menupunt 14)
Kies in het menu een waarde voor de gewenste tijd waarbinnen
de oplegging na het loslaten van knop 
schuift.
Wielblok- / rustpositiesensor (menupunt 15)
Is een wielbloksensor aangesloten op J6, moet deze in de bestu-
ring worden geactiveerd. Bij ingeschakelde functie wordt pas bij
het activeren van het wielblok de hef-functie van de laadbrug vrij-
geschakeld. Wordt een rustpositieschakelaar aangesloten, wordt
bij geactiveerde sensor de rustpositie van de besturing ingeleid.
Alle kleppen worden uitgeschakeld. Kies in het menu een van de
volgende waarden:
Waarde 0 = geen functie (fabrieksinstelling)
Waarde 1 = met wielbloksensor
Waarde 2 = rustpositiesensor
Bedrijfsmogelijkheden laadbrug-deur (menupunt 17)
De besturing is vóór de eerste inbedrijfstelling via menupunt  17
ingesteld op de waarde  4 "Alleen laadbrug". Zodra u de deur in
bedrijf stelt, moet u de waarde aanpassen aan de werkelijke om-
standigheden.
Beschadiging door botsing van deur en
LET OP
laadbrug
Zorg dat de deur en de laadbrug elkaar onderling
niet kunnen beschadigen.
86 - NL
en houd deze 5 seconden ingedrukt.
ter correctie weer in-

Menu 3 basisinstellingen en eerste inbedrijfstelling

Instellen van de deureindposities (menupunten 30 en 31)
De bovenste en onderste eindpositie moeten direct na elkaar
worden ingesteld.
1.
Kies menu 3 "Basisinstellingen" bij de besturing en ga naar
menupunt  30 "Deurinstelling bovenste eindpositie", zodat
het getal 30 op het display knippert.
2.
Voor het vastleggen van de bovenste eindpositie, de
knop 
ingedrukt houden, tot de deur volledig is geopend.
ð
Mocht de deur in de verkeerde richting bewegen, moet
een richtingsomkering worden ingeleid. Houd de
knop 
stap 2.
3.
Na het instellen van de bovenste eindpositie moet de on-
derste eindpositie worden ingesteld. Verlaat het menu-
punt 30, door een keer op de knop 
LED-display knippert 5 keer de decimale punt, waarmee de
invoer wordt bevestigd.
4.
Omschakelen naar het menupunt 31 "Deurinstelling onder-
ste eindpositie".
5.
Voor het vastleggen van de onderste eindpositie, de
knop 
ingedrukt houden, tot de deur volledig is gesloten.
6.
Bevestig de invoer, voor het afsluiten van de instelling.
De deur moet veergecompenseerd zijn.
LET OP
Afhankelijk van de aandrijving moet de deur
veergecompenseerd zijn.
Knelgevaar en botsgevaar door sluitende
WAARSCHUWING
deur
Zorg dat tijdens het instellen van de eindposities
geen sluitkant- of fotocelbewaking actief is.
Fijninstelling deureindpositie boven (menupunt 33) en onder
(menupunt 34)
1.
Kies menu 3 "Basisinstellingen" bij de besturing en ga naar
menupunt 33 "Fijncorrectie bovenste eindpositie".
ð
De vooringestelde waarde 50 knippert op het LED-
display.
2.
Voor fijncorrectie zijn waarden van 0 tot en met 99 beschik-
baar. Waarden van 50 (fabrieksinstelling) tot en met 0 ko-
men overeen met 0 mm, tot en met ca. -80 mm. Waarden
van 50 tot en met 99 komen overeen met 0 mm, tot en met
ca. +80 mm.
3.
De invoer bevestigen en omschakelen naar menupunt  34
"Fijncorrectie onderste eindpositie".
4.
Voor fijncorrectie zijn waarden van 0 tot en met 99 beschik-
baar. Waarden van 50 (fabrieksinstelling) tot en met 0 ko-
men overeen met 0 mm, tot en met ca. -80 mm. Waarden
van 50 tot en met 99 komen overeen met 0 mm, tot en met
ca. +80 mm.
Keuze sluitkant J3 / keuze fotocel J4 (menupunt 35 en 36)
1.
Kies menu 3 "Basisinstellingen" bij de besturing en ga naar
menupunt 35 "Keuze sluitkant".
2.
Kies een waarde op basis van de gewenste instelling.
3.
De invoer bevestigen en omschakelen naar menupunt  36
"Keuze fotocel".
4.
Kies een waarde op basis van de gewenste instelling.
5.
Bevestig de invoer, voor het afsluiten van de instelling.
TAD MS 400V / 230V
5 seconden ingedrukt en herhaal daarna
te drukken. Op het
Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Tad ms 230vHad ms 400vHad ms 230v

Tabla de contenido