GLASKERAMISCHE KOOKPLAAT "7352-010"
Bedieningsknoppen
De kookzones worden bestuurd door knoppen die verbonden zijn aan een energieregelaar en met de klok mee
gedraaid moeten worden. De cijfers 1 tot 8 geven de instellingen voor het kookvermogen aan. 1 is het minimum en
8 het maximum. De 0 komt overeen met de stand "off".
Welke zone door welke knop wordt bestuurd, staat aangegeven in het schema naast de kookzone.
A.
Bedieningsknop
B.
Indicator restwarmte
C.
Schema kookzones
D.
Kookzone
Indicator restwarmte
Bij elk verwarmingselement hoort een indicator die de restwarmte aangeeft. Deze gaat automatisch aan zodra de
bijbehorende kookzone een temperatuur van 50 ° C bere ikt of overschrijdt. Nadat een kookzone is uitgeschakeld
blijft het bijbehorende lampje aan totdat de zone is afgekoeld tot een temperatuur onder de 50 ° C.
87