8.2
Oliereservoir vullen
De machine IS 330 EB wordt met leeg reservoir
voor kettingsmeerolie geleverd. Voor de eerste
ingebruikname van de machine moet het olie-
reservoir met kettingolie worden gevuld, anders
kan de doseerpomp van olie beschadigd/vernield.
Wanneer de machine met onvoldoend gevuld olie-
reservoir, eventueel met niet werkend smeersys-
teem wordt gebruikt, heeft het de onherstelbare
schade aan de oliedoseerpomp tot gevolg alsook
aan de hele set zaaggereedschap!
Dop van oliereservoir [1-9] is van een opening
met een één richting zuigklep voorzien, om de
luchtdruk in evenwicht te brengen. Werkt u met
de machine in andere dan horizontale positie, kan
het gebeuren dat de ketting niet wordt gesmeerd.
De uitlaat van het oliereservoir is beneden achter
geplaatst, bij het verdraaien van de machine kan
de pomp geen olie zuigen. Oliepeil in het reservoir
wordt d.m.v. olieaflezer [1-8] aangegeven.
8.3
Netaansluiting
WAARSCHUWING
Letselgevaar bij onjuiste voeding van het ge-
reedschap vanuit het stroomnet.
De kettingzaag IS 330 EB mag slechts op een
eenfasenet met wisselspanning 220-240V/50 – 60
Hz aangesloten worden. De machine heeft be-
schermingsklasse II tegen letsel door elektrische
stroom volgens EN 60745-1 en is radio ontstoord
volgens EN 55 014.
Controleer voor de ingebruikname van de machi-
ne of de spanning in het stopcontact met de op het
typeplaatje van de machine genoemde gegevens
correspondeert.
De stroomkabel kan naargelang worden verlegd
als volgt:
- Lengte 20 m, kabeldikte 3 × 1,5 mm
- Lengte 50 m, kabeldikte 3 × 2,5 mm
Gebruik slechts dergelijke verlengkabels, die voor
buitengebruik zijn bestemd en als zodanig aan-
gemerkt.
9
Gebruik
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen, elektrische schokken
f Haal vóór alle werkzaamheden aan de
machine altijd de stekker uit het stopcontact.
80
9.1
Zet vóór het aanzetten van de machine alle be-
vestigings- en spanmoeren vast. Pak de machine
met beide handen aan en zet deze op het te zagen
werkstuk zodanig dat de zaagketting vrij is en na
het aanzetten niet in de zaagsnede zit.
Aanzetten
Aan de zijkant op de greep de inschakelblokke-
ring [1-1] indrukken en vervolgens de motorscha-
kelaar [1-2] bedienen.
Uitzetten
Laat de schakelaar van de motor [1-2] los. De
inschakelblokkering [1-1] gaat naar de uitgangs-
positie terug en verhindert zo een onbedoelde
inschakeling. Bij het uitzetten wordt gelijktijdig
de rem geactiveerd, die de uitloop van de ketting
aanzienlijk verkort.
Haal de machine van het te zagen werkstuk pas
dan, als de ketting helemaal stil staat.
9.2
De hoeveelheid van de smeerolie kan m.b.v. het
doseerwieltje [5-2] worden ingesteld. Na het
indrukken van het doseerwieltje [5-2] kan vol-
gens de wijzer de positie 0, 1, 2 of MAX t.a.v. de
maatstreep [5-1] worden versteld. Positie 0 zorgt
voor minimale hoeveelheid smeerolie voor schone
zaagsneden, echter mag niet constant worden
gebruikt en na een dergelijke snede moet de ket-
ting altijd en het kettingzwaard met nog meer olie
worden gesmeerd. Voor continu werking is de in-
stelling van de hoeveelheid op 2 en MAX het beste.
9.3
Bij het zagen zonder geleider – alle voor het be-
palen van het binnenste zaagvlakte van de ketting
bedoelde wijzers op de geleideslee gebruiken:
- Bij rechthoekige zaagsneden, wijzer 0° [4-1]
- Bij schuine zaagsneden:
2
• wijzer 45° [4-4]
2
• wijzer 60° [4-5]
Gebruik voor het bepalen van het uitwendige snij-
vlak van de ketting de indicator spaansnede [4-6].
B i j
fig. [8]) – slechts de wijzer van snede 0° [4-1]
voor het bepalen van het binnenste zaagvlakte
van de ketting gebruiken.
9.4
Schuif de geleideliniaal [1-3] in de houders op de
geleideslee [1-6] en bevestig die m.b.v. de hand-
schroeven [1-5]. De geleideliniaal maakt paral-
lelzagen langs de parallelrand.
Aan- en uitzetten
Smering van ketting en kettingzwaard
instellen
Wijzer van zaagsnede
m e t
h e t
z a g e n
Geleideliniaal
g e l e i d e r
( ;