Kookplaat inbouwen
Let erop, dat er op de montageplaats geen tocht ontstaat.
Indien u de kookplaat monteert in een open cockpit of op andere open
plaatsen, monteert u dan ook een extra windbescherming.
Gebruik het toestel niet in explosieve ruimtes.
6.2
Inbouw van de kookplaat
LET OP! Gevaar voor beschadiging!
A
Controleer voor het boren of er geen elektrische kabels of ande-
re delen van het voertuig door boren, zagen en vijlen bescha-
digd kunnen raken.
Gebruik ter bevestiging van de kookplaat niet de gasleidingen,
kranen of delen van de brander.
➤ Zaag een rechthoekige opening in het werkblad (afmetingen zie afb. 3,
pag. 2).
➤ Plaats de kookplaat in het midden van de uitsnijding.
➤ Bevestig de kookplaat (2) met de vier bevestigingselementen (3) en
schroeven (4) aan het werkblad (1), zie afb. 4, pag. 3.
➤ Breng een brandblusser van de klasse B-1 binnen handbereik aan.
6.3
Kookplaat aansluiten op de gastoevoer
WAARSCHUWING! Gevaar voor verwonding!
!
Gebruik uitsluitend propaan- of butaangasflessen met gekeurde
drukregelaar en passende aansluiting.
Vergelijk de aangegeven druk op het typeplaatje met de druk
die is aangegeven op de drukregelaar.
Het toestel mag alleen door daarvoor geautoriseerd vakperso-
neel op de gastoevoer aangesloten worden.
Neem de volgende aanwijzingen bij het gebruik in acht:
Gebruik een gasleiding van staalbuis ∅ 8 x 1 mm (gelast, naadloos staal
of roestvrij staal) die u met een snijringschroefverbinding dicht monteert.
Bevestig de buis zo aan een zij- of achterwand van de meubeldelen in de
buurt, dat er geen krachten worden overgedragen naar de regelelemen-
ten.
84
All manuals and user guides at all-guides.com
CC09, CCK09, CC11
NL