ter en hoge waarden voor draden met een grote diameter.
• Bevestig na het kiezen van de juiste stroomspoelaanslui-
ting de massa klem op het te lassen werkstuk.
• Zorg ervoor dat de massaklem goed vastzit op de massa
kabel en controleer regelmatig de stevigheid van deze aan-
sluiting. Een losse aansluiting kan lasstroomverlies of over-
verhitting van de massa kabel en de klem veroorzaken, het-
geen op zijn beurt brandgevaar inhoudt bij ongewild contact
met de massa kabel.
• Het lascircuit mag niet met opzet direct of indirect in con-
tact worden gebracht met de aardgeleider, tenzij op het te
lassen werkstuk.
• Als het te lassen werkstuk met opzet wordt geaard door
middel van een aardingsdraad, dan moet de aansluiting zo
rechtstreeks mogelijk zijn en moet de diameter van de draad
minimaal gelijk zijn aan die van de massa kabel die wordt
gebruikt voor het lascircuit. De aardingsdraad moet ook op
dezelfde plaats als de massa kabel op het werkstuk worden
bevestigd. Hiertoe moet een tweede massaklem, vastge-
maakt aan de aardgeleider, worden bevestigd naast de mas-
saklem van de massa kabel.
3.3.3 Aansluiten van de gasslang.
• Zorg ervoor dat de cilinders steeds verticaal blijven staan
door ze met een ketting vast te maken aan hun steun.
• Bewaar de cilinders op een plaats waar ze niet bescha-
digd kunnen worden.
• Hef het apparaat niet op terwijl er een cilinder op de steun
staat.
• Houd de cilinder uit de buurt van de laszone en niet-geï-
soleerde elektrische circuits.
• Cilinders die inert gas bevatten moeten uitgerust zijn met
een drukregelaar en een reduceerventiel.
• Sluit na het plaatsen van de cilinder de gasslang die ach-
teraan uit het apparaat komt aan op de drukregelaar.
• Stel de gasstroom in op 8/10 l/min.
4 BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN
4.1 BEDIENINGSELEMENTEN OP HET VOORPANEEL
VAN DE STROOMBRON
A- Aan/uit-schakelaar
Deze schakelaar schakelt het apparaat in of uit.
B- Lasspanning- standen schakelaar
Deze schakelaar stelt de lasspanning in. (Stapsgewijze
instelling)
C- Lasspanning-draaischakelaar
Met deze schakelaar kan de met schakelaar B gekozen las-
spanning nauwkeurig worden ingesteld. (Stapsgewijze
instelling)
D - Smoor spoelaansluitingen
Sluit de mannetjesstekker van de massa kabel aan op één
van de drie smoor spoelaansluitingen.
4.2 BEDIENINGSELEMENTEN OP HET ACHTERPANEEL
VAN DE STROOMBRON
E - 230 V-voedingsaansluiting.
max. vermogen 440 W. Alleen voor waterkoelunit.
(Waarschuwing: Sluit geen andere apparaten aan op
deze aansluiting.).
F - 6-polige aansluiting.
Voor de 6-polige stekker van de verlengkabel.
G - Aansluiting.
44