binnen handbereik en zorg ervoor dat iemand altijd
gereed is om het te gebruiken.
3.3 Voer nooit lassen uit op gesloten houders.
4.
De stralen van de boog kunnen uw ogen en huid ver-
branden.
4.1 Draag een veiligheidshelm en -bril. Draag een pas-
sende gehoorbescherming en overalls met gesloten
kraag. Draag helmmaskers met filters met de juiste
filtergraad. Draag altijd een complete bescherming
voor uw lichaam.
5.
Lees de aanwijzingen door alvorens u van de machi-
ne gebruik maakt of er werkzaamheden aan verricht.
6.
Verwijder de waarschuwingsetiketten nooit en dek ze
nooit af
2 ALGEMENE BESCHRIJVING
2.1. SPECIFICATIES
Dit lasapparaat is een constante gelijkstroombron die ont-
wikkeld is met INVERTER-technologie, ontworpen voor het
lassen van beklede elektroden (met uitzondering van cellulo-
sebekleding) en voor TIG-processen met ontsteken door
contact en hoogfrequent ontsteking.
GEBRUIK HET APPARAAT NIET VOOR HET ONTDOOIEN
VAN BUIZEN.
2.2.
UITLEG VAN DE TECHNISCHE GEGEVENS
Het apparaat is gebouwd in overeenstemming met de
volgende normen: IEC 60974.1 - IEC 60974.3 -IEC
60974.10 Cl. A - IEC 61000-3-11 - IEC 61000-3-12 (zie
opmerking 2).
N°.
Serienummer, dat moet worden vermeld bij elk
verzoek betreffende de lasmachine.
Statische, dreifasige inverter
70
Neerwaarts.
MMA
Geschikt voor lassen met beklede elektroden
TIG -
Geschikt voor TIG-lassen.
U
.
Secundaire nullastspanning (piekwaarde)
0
X.
Werkcycluspercentage. % van 10 minuten gedu-
rende dewelke de lasmachine kan werken met
een bepaalde stroom zonder te oververhitten.
I
.
Lasstroom
2
U
.
Secundaire spanning met stroom I
2
U
.
Nominale toevoerspanning.
1
De machine heeft een automatische spannings-
regelaar.
3~ 50/60Hz 50- of 60-Hz dreifasige voeding
I1 max. Dit is de maximumwaarde van de opgenomen
stroom.
I1 eff.
Dit is de maximumwaarde van de werkelijk
opgeno men stroom, afhankelijk van de
inschakelduur.
IP23C Beschermingsgraad van de kast.
De Graad 3 als tweede cijfer geeft aan dat het
apparaat opgeslagen kan worden, maar dat het
bij neerslag niet buiten gebruikt kan worden,
tenzij in een beschermde omgeving.
S
Geschikt voor gevaarlijke omgevingen.
OPMERKINGEN:
1-Het apparaat is ontworpen om te functioneren in een
omgeving met een vervuilingsgraad 3 (Zie IEC 60664).
2-Deze apparatuur voldoet aan de norm IEC 61000-3-12,
mits de maximum toelaatbare impedantie ZMAX van de
installatie lager of gelijk is aan 0,117(Art. 362) - 0,137 (Art.
360) op het interfacepunt tussen de installatie van de
gebruiker en het lichtnet. De installateur of de gebruiker
van de apparatuur zijn verantwoordelijk voor en moeten
waarborgen dat de apparatuur aangesloten is op een
stroomvoorziening met een maximum toelaatbare imped-
antie ZMAX lager of gelijk aan 0,117(Art. 362) - 0,137 (Art.
360). Raadpleeg eventueel het elektriciteitsbedrijf.
2.3. BESCHRIJVING VAN DE BEVEILIGINGEN
2.3.1. Thermische beveiliging
Dit apparaat wordt beschermd door een temperatuurvoeler
die de werking van het apparaat verhindert, als de toegesta-
ne temperaturen overschreden worden. In deze conditie blijft
de ventilator functioneren en gaat de led M branden.
2.3.2 - Blokkeerbeveiliging art. 338
Dit lasapparaat is uitgerust met diverse veiligheidsvoorzie-
ningen die het apparaat uitschakelen voordat het schade
kan oplopen.
Het lasapparaat kan werken binnen het volgende span-
ningsbereik:
Voor een nominale spanning van 208/220/230 V, van 175 tot
270 V. Voor een nominale spanning van 400/440 V, van 340
tot 490 V.
Opgelet: als de spanning niet binnen de bovengenoemde
waarden valt, zal er geen LED oplichten en wordt de ventila-
tor opgestart.
Als de fasen verkeerd aangesloten zijn, verschijnen 3 (con-
stant brandende) punten op het display P wanneer het
apparaat wordt gestart.
Als de spanning onder 175 V (U1 = 230 V) of 340 V (U1 = 400
V) zakt terwijl het apparaat is ingeschakeld, zal het display P
de afkorting E3 weergeven.
Als de spanning boven 275 V (U1 = 230 V) of 490 V (U1 =
2