4. Gebruik
nl
8
4.4. De verticale luchtstroomrichting wijzigen
(Fig. 4-1)
• Raadpleeg de catalogus of de bedieningshandleiding van
de binnenunit om na te gaan of het model functies voor
verticale, horizontale of directe/indirecte luchtstroomrich-
ting heeft.
• De horizontale luchtstroomrichting kan niet worden ge-
bruikt wanneer meerdere koelmiddelsystemen samen als
een groep worden bestuurd.
<De verticale luchtstroomrichting wijzigen (Vane) (Waaier)>
Druk op de toets
5.
• Telkens wanneer u op de toets drukt, verandert de instelling.
Voor modellen met de zwaai- en automatische functie
Zwaaien Auto
Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5
Voor modellen zonder de zwaai- en
automatische functie
Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4
* Op modellen die met een functie voor horizontale
luchtstroomrichting zijn uitgerust, wordt de horizontale
luchtstroomrichting op "Auto" gezet wanneer de verticale
luchtstroomrichting op "Auto" wordt ingesteld.
* Op modellen die niet met een functie voor verticale lucht-
stroomrichting zijn uitgerust, knippert
wanneer de verticale luchtstroomrichting wordt ingesteld.
A tweemaal