4. BEDIENING VAN UW POMP
1. STARTEN (Zie Afb. 3 3 3 3 3 )
(1) Open de benzinekraan. (Zie Afb. 3-q)
(Behalve EW120R)
(2) Zet de gashendel op de stationairstand (L).
(Zie Afb. 3-w) (EW120R)
Zet de gashendel op 1/3 van de hoogste snelheid.
(Zie Afb. 3-e) (Behalve EW120R)
(3) Zet de stopschakelaar op " I " (Aan). (Zie Afb. 3-r,t)
(4) Zet de chokehendel dicht. (Zie Afb. 3-y,u)
Als de motor koud is, of de omgevingstemperatuur laag
■
is, dient u de chokehendel helemaal dicht te zetten.
Als de motor warm is, of de omgevingstemperatuur hoog
■
is, dient u de chokehendel half open te zetten of helemaal
open te houden.
(5) Druk het opvoerpompje 7 tot 10 keer in om de carburateur
van brandstof te voorzien. (Zie Afb. 3-i-q)
(6) Trek rustig aan de trekstarter tot u weerstand voelt. Dit
is het compressiepunt. Laat de trekstarter terugkeren in
de uitgangspositie en trek vervolgens flink. Trek het
koord niet helemaal uit. Als de motor loopt, dient u de
hendel van de trekstarter vast te houden terwijl u de
trekstarter naar de uitgangspositie laat terugkeren.
(Zie Afb. 3-o,!0 )
(7) Nadat u de motor gestart heeft, kunt u de choke
geleidelijk aan open zetten met de chokehendel tot deze
weer helemaal open staat. Zet de choke niet direct
helemaal open als de motor koud of de omgevings
temperatuur laag is, want hierdoor kan de motor afslaan.
(Zie Afb. 3-!1 , !2 )
2. DE MOTOR LOOPT (Zie Afb. 4 4 4 4 4 )
(1) Als de motor gestart is, kunt u de gashendel laag (L)
zetten en zo de motor een paar minuten laten opwarmen.
(Zie Afb. 4-q,w)
(2) Zet de gashendel geleidelijk aan hoger (naar H toe) tot u
het gewenste toerental heeft bereikt. (Zie Afb. 4-e,r)
Wanneer een hoog toerental niet vereist is, kunt u de motor
■
met de gashendel langzaam (stationair) laten draaien en
zo brandstof besparen en de levensduur van de motor
verlengen.
OPMERKING
Als de motor ondersteboven wordt gebruikt, kan er witte
rook uit de uitlaat komen. (EW120R)
3. DE MOTOR STOPPEN (Zie Afb. 5 5 5 5 5 )
(1) Gashendel
Zet de gashendel op de laagste stand en laat de motor 2
■
of 3 minuten met een laag toerental lopen voor u de motor
stop zet. (Zie Afb. 5-q) (EW120R)
Zet de gashendel op de laagste stand en laat de motor 1
■
of 2 minuten met een laag toerental lopen voor u de motor
stop zet. (Zie Afb. 5-w) (Behalve EW120R)
(2) Zet de stopschakelaar op " " (Uit). (Zie Afb. 5-e,r)
Stop de motor nooit wanneer de gashendel op hoog staat.
■
(3) Doe de benzinekraan dicht. (Zie Afb. 5-t)
(Behalve EW120R)
(4) Trek rustig aan de trekstarter en laat de hendel terugkeren
naar de uitgangspositie wanneer u weerstand voelt. Dit
is nodig om te voorkomen dat vocht van buiten kan
binnendringen in de verbrandingskamer. (Zie Afb. 5-y)
※ ※ ※ ※ ※ STOPPEN VAN DE MOTOR
MET DE BENZINEKRAAN
(Behalve EW120R)
Doe de benzinekraan dicht en wacht tot de motor stopt.
Zorgervoor dat er geen brandstof langere tijd achterblijft in
de carburateur, want hierdoor kunnen de openingen in de
carburateur verstopt komen te zitten, hetgeen zal leiden tot
storingen.
5. ONDERHOUD
(Zie Afb. 6 6 6 6 6 )
1. DAGELIJKSE INSPECTIE
Voor u de motor opstart, dient u de volgende punten te
controleren.
q Losse of kapotte bouten of moeren.
w Reinigen element luchtfilter.
e Hoeveelheid en kwaliteit motorolie
r lekkage van benzine en motorolie
t Hoeveelheid benzine
y Veiligheid omgeving
u Controleer het opvoerwater
i Abnormale trillingen, geluiden
NL
7