Lucht- En Smeervereisten; Transport En Opslag; Installatie; In Bedrijf Stellen - Ingersoll Rand ARO DAB05-APCC-2-A Informacion General

Ocultar thumbs Ver también para ARO DAB05-APCC-2-A:
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 12
WAARSCHUWING
WEGLEKKENDE VLOEISTOFFEN. Deze kun-
nen tot explosiegevaar leiden. Kruip van het huis en pakkingma-
teriaal kan ertoe leiden dat bevestigingen los gaan zitten, hetgeen
weglekken van ontvlambare vloeistoffen tot gevolg kan hebben
waardoor een mogelijk explosieve omgeving kan ontstaan.
Draai alle bevestigingen voorafgaand aan gebruik opnieuw aan.
z
Draai alle bevestigingen en leidingfittingen opnieuw aan om weg-
lekken van vloeistoffen te voorkomen.
Beschadiging van de pomp ten gevolge van onjuiste montage of
z
spanning op het leidingwerk en uitwendige beschadiging kan weg-
lekken van vloeistoffen tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING
GEVAARLIJKE DRUK. Kan ernstig letsel of
materiële schade tot gevolg hebben. Voer geen onderhoud aan de
pomp, slangen of doseerklep uit en reinig deze niet terwijl het sy-
steem onder druk staat.
Koppel de slang van de luchttoevoer af en ontlast de druk door de
z
doseerklep of de doseerinrichting te openen en / of langzaam en
voorzichtig de afvoerslang of pijp van de pomp los te maken en te
verwijderen.
WAARSCHUWING
OVERMATIGE MATERIAALDRUK. Wanneer
vloeistof in materiaalleidingen wordt blootgesteld aan hogere
temperaturen, treedt uitzetting door warmte op, hetgeen kan lei-
den tot breuken in de installatie. Plaats een veiligheidsklep in de
pompinstallatie.
WAARSCHUWING
GEVAAR VAN INSPUITEN. Stoffen die in de
huid worden gespoten kunnen ernstig of dodelijk letsel tot gevolg
hebben. Als een stof wordt ingespoten, onmiddellijk een arts raad-
plegen.
Pak het voorste deel van de doseerinrichting niet beet.
z
Richt de doseerinrichting niet op een persoon of een lichaamsdeel.
z
WAARSCHUWING
GEVAARLIJKE STOFFEN. Kunnen ernstig let-
sel of materiële schade veroorzaken. Zend nooit een pomp terug
naar fabriek of servicecentrum waarin zich nog gevaarlijke stoffen
bevinden. Het op veilige manier hanteren van dergelijke stoffen
moet voldoen aan plaatselijke en nationale wetten en veiligheids-
voorschriften.
WAARSCHUWING
VERKEERDE TOEPASSING GEVAAR.
Gebruik geen modellen die aluminium bevatten natte delen
met voedsel voor menselijke consumptie.. De geplateerde
delen kunnen spoorhoeveelheden lood bevatten.

LUCHT- EN SMEERVEREISTEN

WAARSCHUWING
ZEER HOGE LUCHTDRUK. Kan lichamelijk
letsel, schade aan pomp of materiële schade veroorzaken. Laat de
inlaatluchtdruk niet uitkomen boven de maximumdruk die op het
plaatje op de luchtmotor staat aangegeven.
Gefilterde en van olie voorziene lucht zorgt voor een efficiëntere wer-
z
king van de pomp en een langere levensduur van werkende onderde-
len en mechanismen.
Op de luchttoevoer moet een filter worden gebruikt die deeltjes die
z
groter zijn dan 50 micrometer, kan uitfilteren. Er is geen smeermiddel
nodig, met uitzondering van een smeermiddel voor de O-ring dat aan-
gebracht wordt tijdens de montage of bij reparaties.
Bij aanwezigheid van gesmeerde lucht, dient u ervoor te zorgen dat die
z
compatibel is met de nitril "O"-ringen in het luchtmotorgedeelte van de
pomp.

TRANSPORT EN OPSLAG

Op een droge plek opslaan; haal het produkt tijdens de opslag niet uit
z
de doos.
Verwijder, vóór het installeren, nooit de beschermdopjes van de toe- en
z
afvoer.
Wees voorzichtig met de doos: niet beschadigen of laten vallen.
z

INSTALLATIE

Vertaalde plaatjes en etiketten zijn bijgesloten. Vervang de plaatjes en
z
plak etiketten in de eigen taal over de overeenkomstige etiketten in de
Engelse taal.
Pompcyclussnelheid en werkdruk dienen geregeld te worden gecontro-
z
leerd met behulp van een luchtregelaar op de luchttoevoer.
De hoeveelheid uitstromend materiaal wordt niet alleen geregeld door
z
de luchttoevoer maar ook door de beschikbare hoeveelheid materiaal-
toevoer bij de inlaat. De buizen van de materiaaltoevoer mogen niet
te nauw of beperkend zijn. Gebruik nooit slangen die kunnen knikken.
nl-3
WAARSCHUWING
bruik de pomp alleen voor het doel en in de in de documen-
tatie van de fabrikant beschreven wijze. Gebruik van de stof
in een andere Kan invloed op de veiligheid van het product
en persoonlijk letsel veroorzaken Of de dood.
Vraag bij de leverancier gegevens over de veiligheid van
z
materialen (chemiekaarten) aan met het oog op juiste instructies
z
voor hanteren van materiaal.
OPGELET
en gebruik de pomp niet als steun voor de constructie van het lei-
dingsysteem. Zorg dat de onderdelen van het pijpsysteem op de
juiste wijze ondersteund worden om belasting op onderdelen van
de pomp te vermijden.
Plaats de poten van de membraanpomp stevig op een geschikte
z
ondergrond zodat bij overmatige trillingen geen schade kan ont-
staan.
Verbindingen van aanzuiging en afvoer dienen flexibel te zijn (bij-
z
voorbeeld een slang); ze mogen niet uit onbuigzame buizen be-
staan en moeten bestand zijn tegen het materiaal dat verpompt
wordt.
OPGELET
pomp geen lange tijd draaien wanneer het materiaal op is.
Ontkoppel de luchtslang van de pomp wanneer het systeem lan-
z
gere tijd buiten bedrijf is.
OPGELET
te verpompen vloeistof worden blootgesteld, chemisch bestand
zijn tegen de substantie die verpompt, gespoeld of opnieuw ge-
circuleerd wordt. Chemische verdraagbaarheid kan veranderen bij
verande ring van temperatuur en concentratie van de chemische
stof(fen) in de substanties die verpompt, doorgespoeld of gecircu-
leerd worden. Neem contact op met de chemicaliënfabrikant voor
specifieke vloei stofcompatibiliteit.
OPGELET
opgeleid voor het veilig uitvoeren van werkzaamheden, dat zij de
beperkingen ervan begrijpen en dat zij, wanneer dat vereist is, een
veiligheidsbril en veiligheidsuitrusting dragen.

IN BEDRIJF STELLEN

Gebruik bij de aanzuiging en afvoer flexibele verbindingen (bijvoor-
z
beeld een slang); deze verbindingen mogen niet uit onbuigzame bui-
zen bestaan en moeten bestand zijn tegen het materiaal dat verpompt
wordt.
Veilige afvoer van uitlaatgassen. Gebruik een geaarde leiding met ge-
z
schikte diameter tussen de pomp en de demper.
Pompreeks
Slangafmetingen
(min i.d.)
Installeer waar nodig een aardleiding.
z
Controleer het model / configuratie voor installatie.
z
Pompen zijn bij montage getest in water. Spoel de pomp met de juiste
z
vloeistof voor installatie.
Het is aangeraden om een terugslagklep bij de luchtinlaat te plaatsen
z
wanneer de diafragmapomp wordt gebruikt in een situatie met gefor-
ceerde toevoer (ondergedompelde inlaat).
De aanzuigdruk van de ondergedompelde inlaat mag niet meer dan 10
z
p.s.i.g. (0,69 bar).
Spoel de pomp steeds met een solvent dat compatibel is met het ge-
z
pompte materiaal indien dit materiaal na een langere periode van on-
bruik zal verharden.
OPMERKING
aandraaimomenten opnieuw nadat de pomp weer is aangezet en
enige tijd heeft gelopen. Controleer nadat de pomp voor het eerst
heeft gedraaid, de aandraaimomenten opnieuw aan de hand van
de technische gegevens.
OPSTARTEN
1. Draai de drukregelknop totdat de motor begint te draaien.
2. Laat de pomp langzaam draaien totdat deze ontlucht is en alle lucht uit
de vloeistofslang of doseerklep verdwenen is.
ALGEMENE INFORMATIE / PNEUMATISCHE MEMBRAANPOMPEN
VERKEERDE TOEPASSING GEVAAR. Ge-
Bescherm de pomp tegen uitwendige beschadiging
Vermijd onnodige schade aan de pomp. Laat de
Onderzoek of onderdelen van de pomp, die aan de
Zorg dat alle gebruikers van deze apparatuur zijn
1/4" 3/8" 1/2" 3/4" 1"
1/4" 3/8" 3/8" 3/8" 3/8" 3/4"
BEDIENING
Controleer op niet-metalen membraanpompen de
1-1/2" 2" 3"
1" 1"
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido