Tabla de contenido
Alleen auto's van de modelserie E 36/C
F 36 82 155
Witte kentekening = A-stijl voorpassagierszijde
Rode kentekening = A-stijl bestuurderszijde
De kabels van de ultrasone sensoren (1) naar de
voetruimte van de voorpassagier monteren en de
ultrasone sensor (1) in de spleet tussen A-stijl (2)
en instrumentenboard (3) drukken.
Bij rechtsgestuurde modellen moet in
spiegelbeeld te werk worden gegaan.
Alle auto's
Bedieningsaanwijzing
De interieurbeveiliging kan afzonderlijk worden
uitgeschakeld, bijv. wanneer zich personen of
dieren in de auto bevinden, zonder dat de andere
functies hierdoor worden beïnvloed.
Hiervoor moet na het uitschakelen van de
ontsteking de druktoets van de LED even worden
bediend. Ter bevestiging begint de LED dan ca.
2 seconden lang snel te knipperen. Na het
knipperen van de LED uit de auto stappen en het
DWA met de radiografische afstandsbediening
inschakelen. De LED begint meteen te knipperen.
Om vals alarm te vermijden moeten bij auto's van de
modelserie E 36/C alle ramen en de kap volledig
gesloten zijn (zie aanvullende bedrijfshandleiding)!
De interieurbeveiliging is weer actief als het DWA
de volgende keer geactiveerd wordt (zie
aanvullende bedrijfshandleiding).
10. DWA regelapparaat inbouwen
F 36 82 159
DWA regelapparaat (1) met de houder (2) uit de
montageset op een geschikte plaats (bijv. rechts
naast het dashboardkastje) inbouwen.
Stekkers A en B van de DWA kabelbundel in
overeenstemming met hun codering aansluiten.
Rode stekker (4) (buiten) en witte stekker (3)
(naast stekker A) van de ultrasone sensoren zoals
afgebeeld erin steken.
De rode en de witte stekker van de ultrasone
sensor mogen in geen geval met elkaar worden
verwisseld.
De radiografische antenne aan de achterzijde
van de alarmcentrale niet knikken, vastklemmen of
inrollen.
Alleen auto's met een vrije plaats in de
regelapparaathouder
F 36 62 081
De radiografische antenne aan de achterzijde van
de alarmcentrale niet knikken, vastklemmen of
inrollen.
DWA regelapparaat (1) in het bovenste vak van de
regelapparaathouder (2) schuiven. Boorplaatsen
afmeten, aantekenen en met spiraalboor Ø 3,5 mm
boren.
DWA regelapparaat (1) met kruiskopschroeven (3)
bevestigen.
F 36 82 522 R
Stekkers van de ultrasone sensoren als volgt
op het DWA regelapparaat aansluiten:
Ultrasone sensor met rode kentekening in
aansluiting (1) steken.
Ultrasone sensor met witte kentekening in
aansluiting (2) steken.
Stekkers A en B van de DWA kabelbundel in
overeenstemming met hun codering aansluiten.
De rode en de witte stekker van de ultrasone
sensor mogen in geen geval met elkaar worden
verwisseld
11. Kabelbundel DWA aansluiten
Alleen auto's met centrale vergrendelingsmodule
F 36 62 039
Stekkers (1, 2, 3) van de centrale
vergrendelingsmodule (4) aftrekken.
Stekkers op centrale vergrendelingsmodule:
Stekker (1), wit 26-polig
Stekker (2), zwart 4-polig
Stekker (3), zwart 5-polig
Aansluiting op stekker (1), wit 26-polig X13012
A1 Aftakking portiercontactschakelaar voor links,
kabelkleur bruin/grijs, op kabel pin 4
kabelkleur bruin/grijs/geel aansluiten.
A5 Aftakking klem 75 (radiostand), kabelkleur
violet/wit, op kabel pin 7 kabelkleur violet/wit
aansluiten.
A17 Aftakking centrale vergrendeling (centraal
beveiligen), kabelkleur geel/blauw, in pin 24
steken.
A18 Aftakking centrale vergrendeling (openen),
kabelkleur groen/blauw, met bijgesloten
adapter in pin 25 steken.
B4 Aftakking portiercontactschakelaar voor
rechts, kabelkleur bruin/blauw, op kabel pin 2
kabelkleur bruin/blauw/geel aansluiten.
B5 Aftakking centrale vergrendeling
(synchronisering openen), kabelkleur
wit/groen, op kabel pin 18 kabelkleur
wit/groen aansluiten.
=
X13012
=
X13014
=
X13013
49
Capítulos
Tabla de contenido
