Gebruiksaanwijzing zitmaaier
Scharnieren van de stuurin-
richting met enkele druppels lich-
te olie smeren.
Smeer de smeernippels (indien
aanwezig) van de wiellagers en
assen van de voorwielen met
universeel vet.
Elke 50 bedrijfsuren
Laat vuil en grasresten door een
gespecialiseerd bedrijf van de
aandrijftransmissie verwijderen.
Indien noodzakelijk
Accu opladen
Geadviseerd wordt om de accu uit te
bouwen als u de machine lange tijd
niet gebruikt. De accu opladen voor
het stallen, tijdens het stallen elke 2
maanden en voor het opnieuw in ge-
bruik nemen.
Opmerking
De voorschriften in de gebruiksaan-
wijzing van de acculaadapparaat op-
volgen.
Zekeringen vervangen
Vervang defecte zekeringen alle-
en door zekeringen met dezelfde
sterkte.
Eenmaal per seizoen
De tanden van de stuuroverbren-
ging met universeel vet smeren.
Scharnieren van de stuurin-
richting met enkele druppels lich-
te olie smeren.
Smeer alle draaipunten en lagers
(bedieningshendels, hoogte-in-
stelling van het maaiwerk, kop-
pelings- en rempedaal, ...) met
enkele druppels dunne olie.
Bougie reinigen en ontste-
kingsafstand instellen of, indien
nodig, de bougie vervangen. Zie
het motorhandboek.
Wielassen door een gespeciali-
seerd bedrijf met speciaal (wa-
terafstotend) vet laten smeren.
Maaimessen door een vakman
laten slijpen of vervangen.
Buiten bedrijf stellen
Let op!
Schade aan de machine
De machine parkeren met een af
gekoelde motor en alleen in een
schone en droge ruimte. Bescherm
de machine tegen corrosie wan
neer u deze voor lange tijd stalt, bi
jvoorbeeld in de winter.
Na het seizoen of indien de machine
langer dan een maand niet wordt ge-
bruikt:
Machine reinigen.
Alle metalen onderdelen ter be-
scherming tegen roest afvegen
met een met olie besprenkelde
doek of inspuiten met oliespray.
De accu opladen met een op-
laadapparaat.
Als u de machine tijdens de win-
ter opbergt, dient u de accu te
verwijderen, deze op te laden en
op een droge en koele plaats (te-
gen vorst beschermd) te bewa-
ren. De accu elke 4–6 weken en
voor het opnieuw inbouwen opla-
den.
Brandstof in een opvangbak
aftappen (alleen in de buiten-
lucht) en de motor verder behan-
delen zoals beschreven in het
motorhandboek.
De banden oppompen volgens
de gegevens op de zijkant van de
banden. Banden zonder gege-
vens op de zijkant van de banden
oppompen met een druk van 0,9
bar.
De machine stallen in een scho-
ne en droge ruimte.
Garantie
De garantiebepalingen die door
onze onderneming of de importeur
in uw land zijn uitgegeven, zijn van
-
toepassing.
Storingen aan uw machine verhel-
pen wij kosteloos in het kader van de
garantie, indien een materiaal- of
-
productiefout hiervan de oorzaak is.
-
Neem bij garantie contact op met uw
leverancier of de vestiging bij u in de
buurt.
Informatie over de motor
De motorfabrikant is aansprakelijk
voor alle motorproblemen m.b.t. ver-
mogen, vermogensmeting, techni-
sche gegevens, garantie en service.
Informatie vindt u in het apart mee-
geleverde map/bedieningshandbo-
ek van de motorfabrikant.
Hulp bij storingen
!
Gevaar
Verwondingsgevaar door onbedo
eld starten van de motor
Bescherm uzelf tegen verwondin
gen. Voor alle werkzaamheden aan
deze machine
– De motor uitzetten.
– De contactsleutel uit het contact
trekken.
– De parkeerrem activeren.
– Wacht tot alle bewegende delen
volledig tot stilstand gekomen zijn.
De motor moet afgekoeld zijn.
– De bougiestekker van de motor
lostrekken, zodat onbedoeld star
ten van de motor onmogelijk is.
Storingen van de werking van uw
machine hebben vaak een eenvou-
dige oorzaak, die zelf kunt opsporen
en verhelpen. Bij vragen of proble-
men helpt uw leverancier u graag
verder.
Nederlands
-
-
-
43