AUX-drukontlasting vooraan
1
AUX-drukontlasting achteraan
2
1. Selecteer de menupunten met de toets en de draaiknop
op de bedieningsconsole. Bevestig de geselecteerde in-
stelling met de toets.
a Ga via de "AUX"-knop naar het volgende niveau.
b Selecteer AUX-drukontlasting vooraan of achteraan.
6
Inbedrijfstelling
VOORZICHTIG
De handleiding van de aanbouwapparatuur lezen.
Bij gebruik van aanbouwapparatuur of getrokken machi-
nes en aanhangers voor de inbedrijfstelling de betreffende
handleidingen lezen en opvolgen.
Neem de toegestane belastingen in acht, zie hoofdstuk .
6.1
Veiligheidscontrole voor de start
GEVAAR
Gevaar voor ongevallen en letsel door gebrekkig voer-
tuig
Stel het voertuig niet in bedrijf wanneer aan een punt van
de veiligheidscontrole niet is voldaan en laat het voertuig
repareren.
Instructie
Voer voor iedere inzet van het voertuig de aanbevolen vei-
ligheidscontrole uit.
6.1.1 Veiligheidscontrole aan de apparaatdrager
Controleer voor elke start volgende punten:
1. Als de schakelaar van het accuscheidingsrelais is inge-
steld op "accu geactiveerd". Zie hoofdstuk 7.8.1 Scha-
kelaar voor het accuscheidingsrelais
2. Hydraulische aansluitingen op netheid
3. Hydraulische leidingen op lekkage en beschadiging
4. Hydraulisch oliepeil, zie hoofdstuk 10.7.3 Peil hydrauli-
sche olie controleren en hydraulische olie bijvullen
5. Motoroliepeil, zie hoofdstuk 10.7.8 Motoroliepeil contro-
leren / bijvullen
6. Koelvloeistofpeil, zie hoofdstuk 10.7.2 Koelvloeistofpeil
controleren en koelvloeistof bijvullen
7. Remvloeistofpeil, zie hoofdstuk 10.7.10 Remvloeistof-
peil in het reservoir controleren
8. Bij vorstgevaar koelvloeistof op voldoende antivriesmid-
del
9. Elektrische leidingen op beschadiging
10.Schroeven en moeren op vastheid
11.Voertuig, motor en radiatorrooster op beschadiging
12.Motorluchtfilter op properheid
13.Cabinestoffilter op properheid
14.Vloeistofniveau in het ruitensproeierreservoir, zie
hoofdstuk 10.7.1 Ruitensproeierreservoir vullen
15.Bandenspanning en bandenslijtage
16.Of de lichten en richtingaanwijzers werken
17.Gaspedaal op lichtlopendheid
18.Functioneren temperatuurindicatie en tankindicatie?
6.2
Bestuurdersstoel instellen
GEVAAR
Gevaar voor ongevallen
Stel de bestuurdersstoel alleen in, als het voertuig stilstaat.
VOORZICHTIG
Beschadigingsgevaar
Omgeklapte leuning niet als opbergvlak tijdens rijden op
de weg gebruiken, of overeenkomstig borgen
LET OP
Alleen de hieronder aangegeven en door Kärcher aange-
boden stoelen worden gebruikt. Anders kunnen de tril-
lingswaarden niet worden gegarandeerd.
Instructie
De demping van de bestuurdersstoel gebeurt automa-
tisch.
Instructie
Als geen passagiersstoel voorhanden is, is er een direct
toegankelijk opbergvak
Kärcher biedt 3 verschillende bestuurdersstoelen aan:
● Stoel König K210MVGL-P350-W2
Horizontale verstelling
1
Om te verstellen, de hendel omhoog trekken
Bestuurdersstoel luchtgeveerd
2
Hellingsinstelling rugleuning
3
Verstelling lendenwervelsteun (lordosesteun)
4
Veiligheidsgordel
5
Schakelaar stoelverwarming
6
Hoofdsteun
7
Voor hoogteverstelling eruit trekken of erin schuiven
Armleuning met bedieningsconsole
8
Passagiersstoel (optie)
9
Nederlands
243