Instructie: Uitsluitend loodvrije benzi-
ne voor motorvoertuigen vullen. Maxi-
mum vulniveau niet overschrijden. Erop
letten dat noch vuil noch water in de
brandstoftank terecht komt. Nooit be-
dorven benzine gebruiken. Brandstof
nooit vermengen met olie.
(Lees ook hoofdstuk Veiligheidsvoor-
schriften!)
Controleer het door de motor aangedre-
ven apparaat op bedrijfsveiligheid. Start
de motor niet als het apparaat niet in
orde is.
Afbeelding
Brandstofkraan openen
Afbeelding
Choke sluiten.
Instructie: Choke niet sluiten als de
motor warm is.
Afbeelding
Motorschakelaar inschakelen.
Afbeelding
Startkabel licht aantrekken tot weer-
stand bereikt is, vervolgens krachtig
doortrekken in de richting van de pijl.
Startkabel zacht terugbrengen.
Instructie: Startkabel niet laten terug-
schieten aangezien de greep beschadi-
gingen aan de startmotor zou kunnen
veroorzaken.
Afbeelding
Zodra de motor opgewarmd is en sta-
biel draait, choke openen.
Werking stopzetten
Afbeelding
Motorschakelaar uitschakelen.
Afbeelding
Brandstofkraan sluiten.
40
Werking
– 3
NL