Beste klant,
Lees vóór het eerste gebruik
van uw apparaat deze originele
gebruiksaanwijzing, ga navenant te werk
en bewaar deze voor later gebruik of voor
een latere eigenaar.
Algemene instructies. . . . . . . . NL
Veiligheidsinstructies. . . . . . . . NL
Vervoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL
Opslag. . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL
Technische gegevens . . . . . . . NL
Algemene instructies
Gevarenniveaus
GEVAAR
Verwijzing naar een onmiddellijk dreigend
gevaar dat tot ernstige en zelfs dodelijke li-
chaamsverwondingen leidt.
WAARSCHUWING
Verwijzing naar een mogelijke gevaarlijke
situatie die tot ernstige en zelfs dodelijke li-
chaamsverwondingen kan leiden.
VOORZICHTIG
Verwijzing naar een mogelijk gevaarlijke situ-
atie die tot lichte verwondingen kan leiden.
LET OP
Verwijzing naar een mogelijke gevaarlijke
situatie die tot materiële schade kan leiden.
Veiligheidsinstructies
GEVAAR
Personen die de gebruiksaanwijzing
niet begrijpen, mogen de motor niet in
werking stellen.
Het apparaat mag niet worden gebruikt
door kinderen of jongeren.
Houd kinderen principieel uit de buurt
van het apparaat.
Het is verboden om het apparaat in ex-
plosiegevaarlijke bereiken te gebruiken.
Bij het gebruik van de motor in gevaar-
lijke omgevingen (bv. tankstations)
moet u de passende veiligheidsvoor-
schriften in acht nemen.
38
Inhoud
Bij de werking van de motor in ruimten
moet gezorgd worden voor voldoende
verluchting en afvoer van de uitlaatgas-
sen (vergiftigingsgevaar).
Uitlaatgassen zijn giftig en schadelijk,
adem uitlaatgassen niet in.
Gebruik enkel de in de gebruiksaanwij-
zing vermelde brandstof. Bij gebruik
1
van ongeschikte brandstoffen bestaat
1
explosiegevaar (zie hoofdstuk „Techni-
2
sche gegevens").
4
Motor niet gebruiken wanneer brand-
6
stof werd gemorst, het apparaat naar
6
een andere plaats brengen en vonkvor-
7
ming vermijden.
8
Bewaar brandstof enkel in toegestane
reservoirs.
Bewaar, vergiet of gebruik brandstof
niet in de buurt van open vuur of toestel-
len zoals kachels, verwarmingsketels,
waterverhitters, enz. die een ontste-
kingsvlam hebben of vonken kunnen
genereren.
Rook niet en gebruik geen open vuur bij
het tanken en op de plaats waar de
brandstof wordt bewaard.
Vul de tank niet te veel. Overschrijd de
max.-markering in de vulopening niet.
De brandstof mag enkel nagevuld wor-
den in een goed verluchte ruimte en bij
een uitgeschakelde motor. Benzine is
uiterst brandgevaarlijk en in bepaalde
omstandigheden explosief. Vergewis u
er na het tanken van dat het deksel van
de brandstoftank goed gesloten is.
Vermijd herhaaldelijk of langdurig con-
tact van de huid met brandstof alsook
het inademen van dampen.
Warme motor voor het navullen van
brandstof 2 minuten laten afkoelen.
Houd licht ontvlambare voorwerpen en
materialen uit de buurt van de geluid-
demper (minstens 2 m).
Gebruik de motor niet zonder geluid-
demper en controleer, reinig en ver-
vang deze eventueel regelmatig.
Gebruik de motor niet op bos-, struik- of
grasrijke terreinen zonder de uitlaat met
een vonkenvanger uit te rusten
- 1
NL