5.2
De huisautomatiseringstoetsen configureren
5.3
Een huisautomatiseringsprogramma uitvoeren
Klik in de 'Home Page' [Startpagina] op de huisautomatiseringstoets om het huisautomatiseringsprogramma uit te voeren.
Een berichtvak verschijnt waarin wordt vermeld of de uitvoering met succes heeft plaatsgevonden.
5.4
Synchroniseren
Opmerking: Tijdens het synchroniseren kan de software niet worden gebruikt.
1.
Klik op 'SYNC' [SYNCHRONISEREN].
2.
Klik op 'START'. Een berichtvak toont de voortgang.
5.4.1
EVENT LOG [GEBEURTENISSENLOGBOEK] tonen
1.
Ga naar 'EVENT LOG' [GEBEURTENISSENLOGBOEK].
2.
Klik op 'GET LATEST EVENTS' [MEEST RECENTE GEBEURTENISSEN OPHALEN].
5.4.2
Een apparaat toevoegen
U kunt alle apparaten koppelen, behalve de optionele GlobalGuard CCTV-camera. De camera wordt niet weergegeven.
De camera wordt alleen via de online GlobalGuard-software gekoppeld.
1.
Klik op 'HOME PAGE' [STARTPAGINA].
2.
Klik op een programmapictogram. Het functiemenu
toont de huisautomatiseringstoetsen.
3.
Klik op de gewenste huisautomatiseringstoets.
4.
Klik op 'SYNC' [SYNCHRONISEREN].
1.
Klik bij 'ADD DEVICE' [APPARAAT TOEVOEGEN] op 'ADD
NEW DEVICE' [NIEUW APPARAAT TOEVOEGEN].
2.
Selecteer het beveiligingsapparaat.
3.
Volg de instructies.
Opmerking:
De eerste twee beveiligingsapparaten (PIR
bewegingsdetector / deur/raamcontact) worden
automatisch toegewezen aan zones 1 en 2, die een
voorgeconfigureerde binnenkomst/uitgangsvertraging
van 30 seconden hebben. Aanbevolen wordt om de
eerste detector aan een binnenkomst/uitgangspunt van
uw huis (b.v. de voordeur) toe te voegen.
47