• Lees de gebruiksaanwijzing van het toegepaste appa-
raat en volg de veiligheidsinstructies op.
• Let erop dat het toegepaste elektrische apparaat droog
blijft. Wanneer het apparaat met water in aanraking
komt, stop dan het werk en laat het apparaat drogen
• Controleer de arbeidszone voor het begin van het werk
op verdekt liggende elektrische leidingen, as- en water-
leidingsbuizen bijv. met een metaaldetector.
• Gebruik de HWT set niet in een omgeving waarin brand-
of explosiegevaar bestaat.
6. Inbedrijfstelling en bediening
6.1 Montag (zie afbeelding 2)
1. Steek de watertoevoerslang (15) op de aansluiting
voor de watertoevoerslang (11) en schroef de war-
telmoer (14) vast.
2. Steek het andere einde van de watertoevoerslang (15)
op de aansluiting voor de fles (17) en schroef de bij-
behorende wartelmoer (14) hierop vast.
6.2 Bevestiging aan de wand (zie afbeelding 3)
1. Markeer de plek waarop de boring moet ontstaan met
een groot kruis.
2. Zet de aanboorhulp (3) met de positioneerhulp (9) op
de kruismarkering.
3. Pers de zuighouder (4) tegen de wand en fixeer deze
met de klemhendel (5).
4. Indien noodzakelijk voert u een fijne afstelling van de
arm (6) uit door het openen en sluiten van de vast-
zetschroef (7).
5. Draai de draairing (8) indien mogelijk zodanig dat de
waterafvoerslang (10) omlaag wijst.
6.3 Selectie van boorkroon en apparaat
(zie afbeelding 4)
1. Selecteer een boorkroon (1) met de benodigde dia-
meter.
2. Kies een inzetstuk (12), dat overeenstemt met de dia-
meter van de boorkroon en plaats deze in de draai-
ring (8).
3. Gebruik een Hilti accuschroevendraaier. Bevestig de
boorkroon (1) in de boorvoering van de accuschroe-
vendraaier.
4. Stel het juiste toerental in op de accuschroevendraaier
(aanbevolen toerental 1500 tot 2200 1/min).
6.4 Drukwaterfles vullen (zie afbeelding 5)
1. Schroef de kop van de drukwaterfles (21) af. Let er
bij het losschroeven op dat de drukwaterfles (16) druk-
loos is.
2. Vul het waterreservoir (22) met helder water (max.
0,9 l).
3. Zet de kop (21) op het waterreservoir (22) en schroef
deze vast.
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069652 / 000 / 00
• Verwijder de oude boorkern voordat u een nieuwe
boring maakt.
• Verwijder het boorslib vakkundig (volgens de natio-
nale wetten).
6.5 Druk opbouwen (zie afbeelding 6)
1. Sluit de slangklem (13).
2. Bedien de pompplunjer (18) ongeveer 8- tot 12-maal
mom druk op de bouwen.
6.6 Boren (zie afbeelding 7)
1. Geef de watertoevoer vrij door de watervrijgave-
schakelaar (20) in te drukken en deze met de bijbe-
horende vergrendeling (19) vast te zetten.
2. Open de slangklem (13), nu is de waterstroom vrij-
gegeven.
3. Begin met het boren met voldoende aandrukkracht.
Te geringe aandrukkracht reduceert de levensduur
van de boorkroon.
4. Stop het boren nadat u door de tegel heeft geboord.
6.7 Na het boren door de tegel (zie afbeelding 8)
1. Sluit de slangklem (13) om de waterstroom te stop-
pen.
2. De boorkern valt automatisch uit het langgat (2) van
de boorkroon (1). Als dit niet het geval is drukt u de
kern met een hulpmiddel in de boorkroon.
3. Verwijder de aanboorhulp (3) door de klemhendel (5)
te openen.
4. Zet het boren met een boorgereedschap voort dat
geschikt is voor het ondergrondmateriaal.
nl
23