Probleem
Verlies van tractieaan-
drijving/afname van de
rijsnelheid
Verlies van sneeuwloz-
ing of langzaam wor-
dende sneeuwlozing
Geen vijzelrotatie nadat
de greep is losgelaten
De lichten zijn niet aan
(indien aanwezig)
De uitworprotor beweegt
stroef
Het product draait naar
één kant
Transport en opslag
•
Controleer voor opslag en vervoer van het
product en de brandstof of er geen lekken of
dampen zijn. Vonken of open vuur, bijvoorbeeld
van elektrische apparaten of ketels, kunnen tot
brand leiden.
1481 - 004 - 14.04.2021
Mogelijke oorzaak
De riem slipt.
De riem is versleten.
De riem is van de poelie gelopen.
De uitworptrechter zit verstopt.
Vreemde voorwerpen verstoppen de vijzels.
De breekpen is defect.
Overmatige sneeuw- en ijsafzetting tussen
de bandonderdelen.
Het frictieaandrijfwiel is versleten.
De frictieschijf is nat
De aandrijfriem is niet uitgelijnd.
De deflector van de uitworptrechter is niet
uitgelijnd.
De motor draait niet.
De kabelverbinding is los.
De ledlamp is doorgebrand.
Er zit vuil in het mechanisme van de uitwor-
protor.
De kabels zijn geknikt of beschadigd.
De bandenspanning is niet gelijk.
Het product rijdt met slechts één wiel.
Ongelijkmatige sledeafstelling.
Ongelijkmatige glijplaatafstelling.
Vervoer, opslag en verwerking
Pas de kabellengte aan. Pas de
riem aan.
Controleer/vervang de riem. Pas
de poelie aan.
Controleer/installeer de riem. Pas
de poelie aan.
Reinig de uitworptrechter.
Verwijder het vuil of het vreemde
voorwerp uit de vijzels.
Vervang de defecte breekpen.
Verwijder sneeuw- en ijsafzetting
tussen de bandonderdelen.
Neem contact op met een erkend
servicepunt.
Laat de frictieschijf drogen
Stel de aandrijfriem af.
Stel de deflector van de uitworp-
trechter af.
Start de motor.
Controleer de kabelverbindingen
bij de motor en de lampen.
Vervang de ledlampmodule. Indi-
viduele led's kunnen niet worden
vervangen.
Reinig de interne onderdelen van
het uitworprotormechanisme.
Controleer of de kabels niet ge-
knikt zijn. Vervang de kabels die
beschadigd zijn.
Pas de bandenspanning aan en
vul de band.
Controleer de borgpen van de
band.
Stel de glijplaten en de slede af.
Stel de glijplaten en de slede af.
•
Gebruik altijd goedgekeurde containers voor
opslag en transport van brandstof.
•
Leeg de brandstoftank voordat u het product
voor langere tijd opslaat. De brandstof via een
geschikte verwijderinglocatie afvoeren
Oplossing
149