2. Wijzig met
val.
3. Bevestig met
of Off begint te knipperen.
4. Schakel met
5. Bevestig de instelling met
Instellen van het
oppervlakte-intervalalarm
Bij deze alarmfunctie voert u een rusttijd
of – bij training met vaste tabellen – een
bepaalde starttijd in.
1. Bevestig met
vlakte-intervalalarm wilt wijzigen. De
waarde van het tijdsinterval begint te
knipperen.
2. Wijzig met
val.
3. Bevestig met
interval. On of Off begint te knipperen.
4. Schakel met
5. Bevestig de instelling met
Instellen van het stijgsnelheidsalarm
Bij deze instelling bepaalt u bij welke
stijgsnelheid een alarm klinkt.
1. Bevestig met
lingen van het stijgsnelheidsalarm wilt
SCUBAPRO ALADIN 2G
of
het tijdsinter-
het tijdsinterval. On
tussen On en Off.
.
, dat u het opper-
of
het tijdsinter-
het oppervlakte-
tussen On en Off.
.
, dat u de instel-
wijzigen. De waarde begint te knippe-
ren.
2. Wijzig met
of
van de stijgsnelheid.
3. Bevestig de maximale stijgsnelheid met
. On of Off begint te knipperen.
4. Schakel met
tussen On en Off.
5. Bevestig de instelling met
Instellen van de waterdichtheid
Met deze instelling verhoogt u - mits u
het zoutgehalte van het water kent - de
nauwkeurigheid van de dieptebepaling.
1. Bevestig met
, dat u de instelling
van de waterdichtheid (water density)
wilt wijzigen. De waarde van de water-
dichtheid begint te knipperen.
2. Wijzig met
of
van de waterdichtheid.
3. Bevestig de instelling met
11. Instellingen
de waarde
.
de waarde
.
71