Ingersoll Rand 04580288 Información De Seguridad Sobre El Producto página 24

NL
• Wijzig het apparaat, de veiligheidsfuncties of accessoires niet. Aanpassingen kunnen de doeltreffendheid van veiligheidsvoorzieningen
verlagen en kunnen meer risico's met zich meebrengen voor de gebruiker.
• Gebruik dit gereedschap niet voor andere doeleinden dan bedoeld.
• Wanneer een tweede handgreep wordt meegeleverd, zorg er dan voor dat deze goed wordt aangebracht en gebruik bij het bedienen twee
handen om het gereedschap onder controle te houden.
Gevaren op de werkvloer
• Slip-, struikel- en valgevaar zijn belangrijke oorzaken voor letsel op het werk. Houd de werkomgeving schoon, op orde en goed geventileerd,
en zorg voor goede verlichting. Let op gladde oppervlakken na gebruik van het apparaat en wees u bewust van het struikelgevaar door de
luchtleiding.
• Indien u boven uw hoofd werkt, moeten helmen worden gedragen en moeten de verhoogde risico's voor de gebruiker en anderen worden
beoordeeld en tot een veilig niveau worden geminimaliseerd.
• Houd anderen op een veilige afstand van uw werkomgeving of zorg ervoor dat ze geschikte beschermende kleding en andere
beschermingsmiddelen dragen.
• Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik in mogelijk explosieve omgevingen, zoals omgevingen met explosiegevaar door dampen en stof,
of in de nabijheid van ontvlambare materialen.
• Dit gereedschap is niet geïsoleerd tegen elektrische schokken.
• Wees bedacht op verborgen gevaren in uw werkomgeving. Raak geen snoeren, buizen, leidingen of slangen aan die elektrische bedrading,
explosieve gassen of schadelijke vloeistoffen kunnen bevatten en voorkom beschadiging.
• Verwijder brandbare objecten uit de werkomgeving zodat vonken en gruis geen kwaad kunnen wanneer het gereedschap wordt gebruikt.
Projectielgevaar
• Draag altijd oogbescherming tijdens het bedienen van dit apparaat of wanneer er onderhoud aan wordt uitgevoerd. De beschermingsgraad
die nodig is, moet voor elk gebruik worden beoordeeld en kunnen impactbestendige brillen met zijkanten, veiligheidsbrillen of een volledig
gezichtsschild voor over die brillen bevatten.
• Zorg ervoor dat werkstukken goed vast zitten. Zet indien dit mogelijk is altijd het werkstuk vast met klemmen of een bankschroef.
• Wanneer het apparaat, de sokkel, het aandrijvingsgedeelte, het uitbreidingsgedeelte of accessoires defect zijn, kunnen projectielen worden
uitgeworpen die zich met hoge snelheid verplaatsen.
• Voordat het gereedschap wordt ingeschakeld en tijdens gebruik moet de gebruiker opletten dat er niemand in de buurt staat.
• Na het aanbrengen van een hulpstuk moet de slijpmachine in een afgeschermde ruimte proefdraaien gedurende minimaal 60 seconden
waarbij het toerental geleidelijk toeneemt. Zorg ervoor dat niemand zich vóór of in het verlengde van het roterende hulpstuk bevindt.
Wees u ervan bewust dat de schijf kan weigeren als deze defect is, onjuist is aangebracht of een verkeerde maat en toerental heeft. Stop
onmiddellijk als er aanzienlijke trillingen optreden of er andere onvolkomenheden worden waargenomen. Sluit de luchttoevoer af en stel de
oorzaak vast.
• Gebruik het gereedschap niet wanneer het onbelaste toerental het nominale aantal toeren per minuut overschrijdt. Controleer het
onbelaste toerental van het gereedschap voordat een hulpstuk wordt aangebracht, na elke reparatie van het gereedschap, telkens voordat
ermee wordt gewerkt en na elke 8 bedrijfsuren. Controleer met een gekalibreerde toerenteller het toerental van het gereedschap zonder dat
een hulpstuk is aangebracht.
• Gebruik geen hulpstuk waarvan het maximale bedrijfstoerental, zoals aangegeven door de fabrikant, lager is dan het nominale toerental van
het gereedschap.
• Zorg ervoor dat het hulpstuk voorafgaand aan het gebruik goed wordt aangebracht en vastgezet.
• Ter voorkoming van te veel overhang moet de as van het hulpstuk helemaal tot onder in de spantang worden ingebracht en mag de
uiteindelijke overhang niet groter zijn dan het ingebrachte gedeelte.
• Controleer de spanbek, schroefdraad en moer op beschadiging en slijtage voordat het hulpstuk wordt gemonteerd. Opschroefbare
spanbekken moeten stevig tegen het aandrijfdeel worden vastgezet.
Geluidsgevaar
• Draag altijd gehoorbescherming tijdens gebruik van dit gereedschap.
• Blootstelling aan sterke geluidsniveaus kan permanent gehoorverlies en andere problemen veroorzaken, zoals tinnitus (bellend, zoemend,
fluitend of piepend geluid in de oren). Het is daarom van het grootste belang om risico's te beoordelen en gepaste maatregelen te treffen
om deze te minimaliseren.
• Gepaste maatregelen om het risico op geluidsgevaren te beperken, omvatten mogelijk geluiddempende materialen om te vermijden dat
ander materiaal resoneert.
• Als het apparaat een demper heeft, moet u nagaan of deze goed is geplaatst en correct werkt wanneer u het apparaat gebruikt.
• Hulpstukken moeten worden geselecteerd, geïnspecteerd, juist geïnstalleerd, onderhouden en vervangen in het geval van slijtage om
onnodige toename van het geluid te voorkomen.
Gebruiksgevaren
• Gebruikers en onderhoudspersoneel moeten fysiek in staat zijn om de omvang, het gewicht en het vermogen van het apparaat aan te kunnen.
• Houd een stevige en stabiele lichaamshouding aan. Reik niet te ver wanneer u dit apparaat gebruikt. Anticipeer en wees alert voor
plotselinge wijzigingen in bewegingen, reacties op krachten tijdens het opstarten en het gebruik. De gebruiker moet tijdens langere taken
regelmatig van lichaamshouding veranderen om ongemak en vermoeidheid tegen te gaan.
• Het gebruik van het apparaat kan de handen van de gebruiker blootstellen aan gevaar, zoals gevaar op beknelling, stoten, snijwonden,
schaafwonden en hitte. Draag geschikte handschoenen om uw handen te beschermen. Let er echter op dat de handschoenen je niet
verhinderen bij het bedienen van de trekker of de gasklep.
• Voorkom aanraking met het werkende uiteinde van het gereedschap en hulpstukken tijdens en na gebruik, aangezien dit ernstig letsel tot
gevolg kan hebben, zoals brandwonden, schaaf- en snijwonden.
• Door vonken tijdens het slijpen kan kleding vlam vatten, wat ernstige brandwonden kan veroorzaken. Let op dat vonken niet op kleding
terechtkomen. Draag vlamvertragende kleding en zorg dat in de directe nabijheid de juiste brandblusmiddelen beschikbaar zijn.
• Om te voorkomen dat het gereedschap onopzettelijk wordt ingeschakeld, kunt u het volgende doen: controleer of het gereedschap in
uitgeschakelde stand staat voordat u de persluchtdruk aansluit, raak de regelhendel niet aan tijdens het dragen van het gereed.
• Gereedschappen mogen niet gesmeerd worden met ontvlambare of vluchtige vloeistoffen zoals petroleum, diesel of vliegtuigbrandstof.
Gebruik uitsluitend aanbevolen smeermiddelen.
NL-2 04580288_ed6