Varian Turbo-V 2000HT Manual De Instrucciones página 17

Ocultar thumbs Ver también para Turbo-V 2000HT:
Tabla de contenido
De pomp mag niet geÔnstalleerd en/of gebruikt worden in ruimten
die blootgesteld zijn aan de weersomstandigheden (regen, vorst,
sneeuw),
stof,
agressieve
explosiegevaar of zeer hoog brandgevaar.
NEE
!
!
GEVAAR!
Om persoonlijk letsel te voorkomen mogen nooit, om geen
enkele reden, de vingers of voorwerpen in de inlaatopening
van de turbopomp worden gestoken. Men raadt gebruik van
het beschermgaasje aan (optional). Als een trillingdemper of
een metalen flexibel balgje op de inlaatopening wordt aan-
gebracht, de turbopomp altijd aan de basis bevestigen.
Tijdens de werking moeten de volgende omgevingscondities
aanwezig zijn:
-
max. druk: 2 bar boven de atmosferische druk
-
temperatuur: van +5QC tot +35QC
-
relatieve vochtigheid: 0 - 95% (niet condenserend).
Bij aanwezigheid van magnetische velden moet de pomp op
passende wijze afgeschermd worden. Zie de bijlage ìTechnical
Informationî voor meer informatie.
De turbomoleculaire pompen van de serie V2000HT mogen alleen
gebruikt worden in combinatie met een van de speciale Varian
controllers (serie 969-9462, 969-9562) en moeten aangesloten
zijn op een primaire pomp (zie schema in "Technical information").
De turbopomp kan in alle standen worden geÔnstalleerd.
!
GEVAAR!
Het aan de pomp geleverde krachtniveau moet aangepast worden
aan het gepompte gastype. Het is mogelijk om met behulp van de
controller (zie de handleiding van de controller) LUCHT of
ARGON te kiezen (default: ARGON). Neemt u a.u.b. contact op
met Varian als u andere gastypes wilt gebruiken.
Bevestig de turbopomp in een stabiele positie en verbind de
inlaatflens van de turbopomp met een vaste contraflens die een
koppel van 20000 Nm rondom de eigen as kan verdragen.
De turbopomp met ISO inlaatflens moet aan de vacu¸mkamer
worden verbonden met behulp van dubbele of enkelvoudige
klemmen. De volgende tabel beschrijft, voor elke maat flens of
klemtype, het aantal benodigde klemmen en het aanhaalkoppel
waarmee ze vastgezet moeten worden.
FLENS
KLEMTYPE
ISO 250
Dubbele klem met M10
schroefdraad
Enkelvoudige klem met
M10 schroefdraad
De turbopomp met ISO F250 (geboute) inlaatflens moet aan de
vacu¸mkamer worden bevestigd met behulp van 12 M10 bouten.
De
turbompomp
met
ConFlat
vacu¸mpomp worden bevestigd met behulp van de speciale
mechanische bevestigingselementen van Varian. Zie voor meer
informatie de bijlage "Technical information".
gassen,
of
in
ruimten
met
NR.
AANHAAL-
KOPPEL
12
22 Nm
12
22 Nm
inlaatflens
moet
aan
Zie ìTechnical Informationî voor installatie van accessoires die als
optie verkrijgbaar zijn.
GEBRUIK
Alle aanwijzingen voor de correcte werking van de turbopomp zijn
in de handleiding van de regeleenheid vermeld. Lees aandachtig
deze handleiding vÛÛr ingebruikname door. Om een betere
grensdruk te bereiken, kan het pomphuis verwarmd worden met
behulp van een optionele verwarmingsunit. Tijdens het eventuele
verwarmen van de vacu¸mkamer, mag de temperatuur van de
ingangsflens en de rotor niet meer dan 120 QC bedragen. Pas
tijdens het verwarmen altijd waterkoeling toe.
Raak de pomp en eventuele accessoires niet tijdens het verwarmen
aan. De hoge temperatuur kan lichamelijk letsel veroorzaken.
Gebruik voor de luchttoevoer naar de pomp lucht of inert gas
zonder stof of vaste deeltjes. De inlaatdruk via de hiervoor
bestemde poort moet minder dan 2 bar (boven de atmsoferische
druk) bedragen.
Vermijd schokken, trillingen of bruuske verplaatsingen van de
turbopomp wanneer deze in werking is. De lagers kunnen anders
beschadigd raken.
Deze pompen zijn voor het pompen van agressieve gassen van
een speciale poort voorzien, waardoor de pomp een stroom inert
gas (stikstof of argon) ter bescherming van de lagers krijgt
geleverd (zie bijlage ìTechnical Information").
Wanneer de pomp wordt gebruikt voor het pompen van brandbare,
giftige of radioactieve gassen, moeten de procedures worden gevolgd
die speciaal voor elk type gas zijn opgesteld. Gebruik de pomp niet in
aanwezigheid van explosieve gassen.
ONDERHOUD
De pompen van de serie Turbo-V2000HT zijn onderhoudsvrij.
Eventuele werkzaamheden moeten door bevoegd personeel
worden uitgevoerd.
Alvorens werkzaamheden aan de turbopomp uit te voeren, de
stekker verwijderen, de pomp met behulp van de hiervoor
bestemde klep ontluchten en wachten totdat de rotor volledig stil
staat en de oppervlaktetemperatuur van de pomp onder een
temperatuur van 50 QC is gezakt .
In geval van storing is het mogelijk om de reparatiedienst van
Varian of de "Varian advanced exchange service" in te schakelen:
zo krijgt men een ruilpomp ter vervanging van de defecte pomp.
Alvorens de pomp ter reparatie of ruil naar de fabrikant op te
sturen, moet de bij deze handleiding gevoegde kaart "Veiligheid
en
Gezondheid"
verkoopkantoor worden gestuurd. Een kopie van deze kaart
moet vÛÛr versturing bij de pomp in de verpakking worden
gevoegd.
de
Mocht de pomp gesloopt worden, ga dan overeenkomstig de
specifieke nationale wetgeving te werk.
12
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
!
GEVAAR!
!
ATTENTIE
!
!
ATTENTIE
!
!
ATTENTIE
!
!
GEVAAR!
!
GEVAAR!
OPMERKING
volledig
ingevuld
naar
het
87-900-914-01(F)
plaatselijke
Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

969-9084 serie969-9085 serie

Tabla de contenido