Verhelpen van storingen
Probleem
A.
Apparaat loopt niet aan.
B.
Er komt geen materiaal via de
verstuiver naar buiten
C.
Verstuiver druppelt na
.
D.
Spuitpatroon sikkelvormig.
E.
Spuitstraal fladdert.
F.
Ondichtheid aan de naald
(3)*.
*zie pagina 50
Oorzaak
1.
Geen netspanning aanwezig
2.
Koolborstels in de motor versleten
3.
Zekering defect
4.
AAN/UIT schakelaar defect
5.
Motor defect.
1.
Verstuiver verstopt
2.
Terugslagventiel (34)*
3.
Verfreservoirdichting beschadigd
4.
Filter (48)* verstopt
5.
Verfreservoir leeg
6.
Instelring (30)* te ver geopend
7.
Materiaaltoevoerschroef (1)* dichtgedraaid
1.
Verstuiver versleten
2.
Verontreiniging in de verstuiver
3.
Materiaaltoevoerschroef te ver geopend
4.
Wartel voor naaldpakking (20)* te vast
ingedraaid
1.
Luchtkapboringen.
1.
Materiaal in het verfreservoir bijna op
2.
Filter verstopt.
1.
Wartel voor naaldpakking (20)* los
2.
Naaldpakking (26)* versleten
NL
Solution
1.
Controleren
2.
Vervangen
3.
Door gediplomeerd elektricien laten controleren en
vervangen
4.
Door gediplomeerd elektricien laten vervangen
5.
Wagner-service bellen
1.
Verstuiver reinigen
2.
Terugslagventiel erop schroeven en ventielplaat
reinigen of vervangen. Bij montage op de peilrichting
letten
3.
Vervangen
4.
Reinigen of vervangen
5.
Vullen
6.
Instellen
7.
Instellen
1.
Vervangen
2.
Reinigen
3.
Materiaaltoevoerschroef dienovereenkomstig
instellen (zie pagina 18)
4.
Instellen
1.
Reinigen.
1.
Materiaal navullen
2.
Reinigen of vervangen
1.
Aan de wartel voor naaldpakking (20)* met
steeksleutel licht aandraaien
2.
Naaldpakking (26)* aandraaien
23