21
Onderhoud
Dit apparaat is in een vaste toestand en behoeft geen voortdurende afstelling of aandacht;
de volgende zaken moeten echter gecontroleerd worden:
Onderhoud
Controleer of het LED-statuspaneel geen fouttoestand weergeeft en
een normale werking aangeeft.
Toestand van zekeringen/onderbrekers en controle van de
nieuwtoestand van zekeringen (bijv. geen verkleuring of corrosie) en
dat een onderbreker handmatig activeert en herstelt.
Controleer op goede ventilatie en dat er geen vuil op het
ventilatierooster is verzameld of voorwerpen onjuist zijn opgeslagen
rond de ProNauticP
Controleer de accuklemaansluitingen (zowel op de accu als bij
de ProNauticP-lader) op corrosie. Bij tekenen van corrosie direct
reinigen en opnieuw aansluiten.
De accu's controleren en bijvullen met gedestilleerd water volgens
de instructies van de fabrikant. Het gebruik van kraan- of fleswater
zal de accuplaten vanwege het mineraalgehalte beschadigen.
Controleer de toestand van de bedrading. Oververhitting vanwege
te lange of te dunne elektriciteitskabels leidt tot verharding van
de isolatie of zelfs brandplekken bij aansluitingen; Als u een van
deze tekenen opmerkt moet u de situatie direct oplossen door het
installeren van de juiste elektriciteitskabels.
Opstart
Maande-
lijks