IIn de boring [3-2] van de zaagdiepteaanslag
kan een draadpen (M4x8 tot M4x12) worden
aangebracht. Door aan de draadpen te draaien
kan de zaagdiepte nog exacter (± 0,1 mm) wor-
den ingesteld.
6.3
Zaaghoek
Het zaagaggregaat kan tussen de 0° en 47° worden
gedraaid:
draaiknoppen [3-4, 3-6] losdraaien,
zaagaggregaat in de gewenste zaaghoek [3-5]
brengen,
draaiknoppen weer vastdraaien.
De beide eindstanden zijn op de fabriek inge-
steld op 0° en 45°. Door de beide schroefdraad-
pennen [3-7] tegen de klok in te draaien, kan de
eindstand van 45° tot maximaal 47° worden ver-
groot.
6.4
Wisselen van het zaagblad
VOORZICHTIG
Heet en scherp gereedschap
Gevaar voor letsel
Veiligheidshandschoenen dragen.
hendel [4-2] omdraaien tot de aanslag,
inschakelblokkering [4-1] naar boven draaien
en zaagaggregaat naar beneden drukken tot het
inklikt,
bout [4-4] met de inbussleutel [4-3] losdraaien,
zaagblad afnemen,
enzen [4-8, 4-10] schoonmaken,
nieuw zaagblad inzetten.
De draairichting van het zaagblad [4-9]
en de machine [4-7] dienen overeen te
komen!
buitenste flens [4-10] zo inzetten dat de mee-
neempennen in de uitsparingen van de binnen-
ste flens [4-8] grijpen,
bout [4-4] vast aandraaien,
hendel [4-2] terugdraaien.
6.5
Splijtwig instellen
Hendel [4-2] tot de aanslag omdraaien,
inschakelblokkering [4-1] naar boven draaien
en zaagaggregaat naar beneden drukken tot het
inklikt,
bout [4-6] met inbussleutel [4-3] losdraaien,
splijtwig volgens afbeelding [4] instellen,
bout [4-6] vast aandraaien,
hendel [4-2] terugdraaien.
6.6
Afzuiging
WAARSCHUWING
Gevaar voor de gezondheid door stof
Stof kan gevaarlijk zijn voor de gezondheid. Werk
daarom nooit zonder afzuiging.
Volg bij het afzuigen van gezondheidsbedreigen-
de stoffen altijd de nationale voorschriften.
Bij de afzuigaansluiting [6-1] kan een Festool mo-
biele stofafzuiger met een afzuigslangdiameter van
27 mm of 36 mm (36 mm wegens geringer verstop-
pingsgevaar aanbevolen) worden aangesloten.
6.7
Splinterbescherming monteren
Bij 0°-zaagsneden verbetert de splinterbescher-
ming (accessoires) duidelijk de kwaliteit van de
snijrand van het afgezaagde werkstukdeel aan de
bovenliggende zijde.
splinterbescherming [5-1] op de beschermkap
bevestigen,
machine op het werkstuk resp. de geleiderail
plaatsen,
splinterbescherming tot op het werkstuk naar
beneden drukken en met de draaiknop [5-2]
vastschroeven,
splinterbescherming inzagen (machine op
maximale zaagdiepte en toerentaltrap 6).
7
Het werken met de machine
Neem tijdens de werkzaamheden alle aan
het begin vermelde veiligheidsinstructies in
acht evenals de volgende regels:
– Geleid de machine alleen in ingeschakelde toe-
stand tegen een werkstuk.
– Controleer voor gebruik altijd of het inbouwappa-
raat functioneert en neem het alleen in gebruik
wanneer het functioneert volgens de voorschrif-
ten.
– Bevestig het werkstuk altijd zo, dat het tijdens de
bewerking niet kan bewegen.
– Houd de machine tijdens de werkzaamheden al-
tijd met beide handen aan de handgrepen [1-1, 1-
6] vast. Dit vermindert de kans op letsel en vormt
de voorwaarde voor exact werken.
– Beweeg de machine altijd naar voren[1-2] en
trek hem in geen geval achteruit naar u toe.
– Voorkom oververhitting van de snijkanten van het
zaagblad door de snelheid aan te passen en zorg
TS 75
NL
45