7 Arbeiten
Oberflächen bearbeiten
Kontrollieren Sie, ob die zu bearbeitende
Fläche frei von jeglichen Hindernissen ist.
• Maschine am Lenkbügel gut festhalten.
• Stellhebel langsam senken.
• Maschine mit gleichmässiger Geschwindigkeit
vorwärts oder rückwärts bewegen.
• Fräsgeschwindigkeit vergrössern oder
verkleinern.
Nicht zu tief fräsen!
Übermässiges Tieffräsen erbringt keine
Leistungssteigerung. Die Maschine darf
auf der drehenden Werkzeugtrommel nicht
schwimmen.
• Bei unsachgemässem Einsatz wird die
Fräsleistung verringert und das Werkzeug
unnötig beansprucht und verschlissen.
• Die Oberflächenbeschaffenheit nach
der Bearbeitung ist im wesentlichen von
den gewählten Werkzeugen und der Art und
Weise der Bestückung abhängig.
• Um gerade Rillen, Spuren usw. zu erhal-
ten, kann ein Schnurschlag am Boden
nützlich sein.
• Ausebnungs- und Entschichtungsarbei-
ten können auch mit Vor- und Rückbewe-
gungen des Gerätes ausgeführt werden.
• Bearbeitete Flächen für eine Weiterbear-
beitung mit Kehrbesen und starkem
Sauggerät reinigen.
7.8 Abschlussarbeiten
Maschine abschalten
1) Verstellhebel nach oben stellen.
2) Antrieb abschalten
3) Stillstand der Maschine sichern:
• Stellbremse ziehen.
4) Energiezufuhr unterbrechen:
• Stromzufuhr unterbrechen
(Elektromotor)
• Treibstoffhahn schliessen
(Verbrennungsmotor)
7.9
Staubsauganlage abschalten
1) Staubsauganlage ausschalten.
2) Saugrohr von der Maschine abbauen.
7.10 Maschine lagern
Die Maschine sollte nach jedem Gebrauch
sofort gereinigt werden!
1) Maschine reinigen.
2) Treibstofftank in zulässige Behälter
umfüllen.
3) Maschine an einem trockenen Ort lagern.
Beim Transport mit Gurten oder Seilhaken an den
dafür vorgesehenen Transportösen sichern!
7 Operation
Surface treatment
Make sure that surface to be treated is free from
all obstacles.
• Hold the machine firmly with the steering rod.
• Lower the adjusting lever slowly.
• Move the machine forwards or backwards at a
uniform speed.
• Increase or reduce the milling speed.
Do not cut too deeply!
Cutting too deeply does not boost per-
formance. The machine may not float on the
rotating tool drum.
• In the event of incorrect use, the milling
capacity is reduced and the tool unneces-
sarily stressed and worn.
• The surface quality after machining
depends essentially on the chosen tools
and the fitment method.
• To obtain straight grooves, traces etc. a
cord may be laid out on the floor or beam
may help.
• Levelling and coating removal work can
also be performed with forward and back-
ward movements of the machine.
• Before continuing to work surfaces that
have already been treated, brush them
down with a broom and clean with a powerful
vacuum cleaner.
7.8 Final operations
Stopping the machine
1) Set the adjusting lever upwards.
2) Switch off the drive.
3) Ensure that the machine remains stationary:
• Apply the parking brake.
4) Interrupting the energy supply:
• Interrupt the energy supply
(models with electric drive).
• Close the fuel tap
(gasoline version).
7.9 Switching off the dust extraction
system
1) Switch the dust extraction system off.
2) Remove the suction tube from the
machine.
7.10 Storing the machine
The machine should be cleaned immediately
after each use!
1) Clean the machine.
2) Pour the contents of the fuel tank into a sui-
table container.
3) Store the machine in a dry place.
Secure when transporting with straps or with cable
hooks at the transport eyelets provided!
50 50
7 Het werken
Oppervlakken bewerken
Controleren of het te bewerken vlak vrij is van
hindernissen.
• Machine goed vasthouden aan de
stuurbeugel.
• Verstelhendel langzaam naar beneden
drukken.
• Machine met gelijkmatige snelheid vooruit -
of achteruitbewegen.
• Freessnelheid verhogen of reduceren.
Niet te diep frezen!
Te diep frezen levert geen hogere pres-
taties op. De machine mag niet „huppelen"
op de draaiende gereedschapstrommel.
• Bij verkeerd gebruik wordt het freesver-
mogen verminderd en het gereedschap
onnodig belast en versleten.
• De kwaliteit van het oppervlak na de
bewerking is hoofdzakelijk daarvan afhan-
kelijk welke gereedschappen zijn gekozen en
hoe deze op de trommel zijn gemonteerd.
• Om rechte richels, sporen enz. te krijgen,
kan het nuttig zijn een koord langs de vloer
te spannen.
• Uitvlakwerk en het verwijderen van coa-
tings kunnen ook worden uitgevoerd met
vooruit- en achteruitbewegingen van het toestel.
• Bewerkte oppervlakken voor een verdere
bewerking schoonmaken met een bezem
en een sterk zuigtoestel.
7.8 Laatste handelingen
Machine uitschakelen
1) Verstelhendel naar boven zetten.
2) Aandrijving uitschakelen.
3) Stilstand van de machine verzekeren:
• Aan blokkeerrem trekken.
4) Energietoevoer verbreken.
• Stroomtoevoer verbreken
(elektromotor)
• Brandstofkraan sluiten
(verbrandingsmotor)
7.9 Stofafzuiginstallatie uitschakelen
1) Stofafzuiginstallatie uitschakelen.
2) Zuigbuis van de machine demonteren.
7.10 Machine opslaan
De machine na ieder gebruik direct schoonmaken!
1) Machine schoonmaken.
2) Inhoud van de brandstoftank overvullen in
toegelaten reservoirs.
3) Machine op een droge plaats bewaren.
Transport alleen met riemen of kabelhaken aan de
daarvoor voorziene transportogen!