Inspectie Vóór Gebruik; Instellings- En Bedieningsinstructies - RIDGID B-500 Instrucciones De Uso

Model B-500 Draagbaar Pijpafschuinapparaat
Het typeplaatje van het model B-500 afschuinapparaat met
het serienummer bevindt zich op de zijkant van de motor. De
laatste 4 cijfers geven de fabricagedatum (maand en jaartal)
aan (Zie Figuur 8).
Het kiezen van de juiste materialen en installatie-,
LET OP
verbindings- en vormingsmethoden is de verantwoordelijkheid
van de systeemontwerper en/of installateur. De keuze van
verkeerde materialen en methoden kunnen systeemstoringen
veroorzaken.
Roestvrij staal en andere corrosiebestendige materialen
kunnen aangetast raken tijdens het installeren, verbinden en
vormen. Deze aantasting kan leiden tot corrosie en voortijdige
defecten. Alvorens een installatie uit te voeren, moet er een
zorgvuldige analyse worden gemaakt van de geschiktheid
van de materialen en methoden voor de specifieke
bedrijfsvoorwaarden, met inbegrip van de chemische en
temperatuurvoorwaarden. (Zie LET OP in de paragraaf
Voorbereiding van het werkstuk.)
Inspectie vóór gebruik
WAARSCHUWING
Voor ieder gebruik moet u uw afschuinapparaat
controleren en eventuele problemen verhelpen
om het risico van ernstig letsel door elektrische
schokken, verstrikking, verplettingsletsels en
andere oorzaken te verminderen en beschadiging
van het afschuinapparaat te voorkomen.
1. Zorg ervoor dat de stekker van het afschuinapparaat niet
in het stopcontact steekt en druk op de uitknop.
2. Veeg olie, vet, vuil en spaanders van het afschuinapparaat,
ook van de hendels en bedieningselementen.
Dat vergemakkelijkt de inspectie en helpt voorkomen dat
het apparaat of een bedieningselement uit uw handen
zou schieten. Maak het afschuinapparaat schoon volgens
de onderhoudsinstructies.
3. Controleer het afschuinapparaat op het volgende:
• Het snoer en de stekker op schade of aanpassingen.
• Correcte montage, correct onderhoud en volledigheid.
• Eventuele defecte, versleten, ontbrekende, verkeerd
uitgelijnde of klemmende onderdelen of andere
beschadigingen.
• Het groefoppervlak van de aandrijfrol is schoon
en in goede toestand. Zo nodig reinigen met een
86
staalborstel. Versleten of vuile groefoppervlakken van
de aandrijfrol kunnen tijdens gebruik doorslippen
of problemen met het volgen van het materiaal
veroorzaken. Vuile rollen en groefoppervlakken kunnen
roestvast staal vervuilen met ijzerdeeltjes.
• Aanwezigheid en leesbaarheid van de waarschuwings-
en instructielabels (Zie Figuur 1).
• Controleer of de bevestigingsmiddelen en snijkop
stevig bevestigd zijn.
• Controleer of de aandrijfas alleen rechtsom kan
draaien (zoals aangegeven op de sticker).
• Controleer de snijranden van de snijkopinzetstukken op
slijtage, vervorming, afsplinteringen en andere problemen.
Controleer of de snijkopinzetstukken goed vastzitten.
Botte, beschadigde of losse snijkopinzetstukken kunnen
het apparaat beschadigen, een snijresultaat van slechte
kwaliteit produceren en het risico van letsel verhogen.
• Elke andere toestand die een veilige en normale
werking zou kunnen verhinderen.
Wanneer u problemen vaststelt, mag u het apparaat niet
gebruiken alvorens de problemen zijn verholpen.
4. Inspecteer en onderhoud alle overige uitrusting die
volgens de betreffende instructies worden gebruikt, om
er zeker van te zijn dat ze correct functioneren.

Instellings- en bedieningsinstructies

WAARSCHUWING
Draag altijd een geschikte veiligheidsbril en
gehoorbescherming. Snijwerktuigen kunnen breken
of versplinteren. Tijdens het zagen ontstaan er
spaanders die in de ogen kunnen vliegen of vallen.
Tijdens het zagen worden hoge geluidsniveaus
geproduceerd die na verloop van tijd uw gehoor
kunnen aantasten.
Draag nooit loszittende kleding bij gebruik van de
machine. Zorg dat mouwen en jassen dichtgeknoopt
zijn. Reik nooit over de machine. Kledingstukken
kunnen worden gegrepen door en verstrikt raken in
de machine.
Houd omstanders uit de buurt van de werkplek.
Scherm of scheid een zone van minimaal 6 feet
(2 meter) rond het werkgebied af. Spaanders of
defecte snijwerktuigen kunnen wegspringen en
letsel veroorzaken buiten het directe werkgebied.
Een afscherming of afscheiding die een
veiligheidszone rondom het werkstuk A vormt,
verlaagt het risico van letsel.
999-995-045.09_REV. F