□
Plaats het apparaat op het gazon.
□
Houd de startknop 1 ingedrukt.
□
Houd een van de veiligheidsschakelaars 3 inge
drukt.
De motor start.
□
Laat de startknop 1 los en houd een van de veilig
heidsschakelaars 3 ingedrukt zolang je de motor
wilt laten draaien.
Om de motor te laten stoppen, moet u de veiligheidsscha
kelaar 3 loslaten. Voorzichtig: het mes blijft nog even
draaien! Wacht totdat het mes stilstaat voordat u het appa
raat aanraakt.
● Grasopvangzak leegmaken
De grasopvangzak 7 is voorzien van een niveau-indi
cator 19 . Bij draaiende motor en lege grasopvangzak
gaat de niveau-indicator 19 omhoog. Als de
7
grasopvangzak 7 vol is, wordt de niveau-indicator 19
weer op de grasopvangzak 7 geplaatst. De grasop
vangzak 7 moet worden leeggemaakt.
Ook als er maaisel blijft liggen, moet de
grasopvangzak 7 worden leegge
maakt.
□
Schakel de motor uit en wacht totdat het mes tot stil
stand is gekomen.
□
Til de beschermklep 8 helemaal op.
□
Til de grasopvangzak 7 van de grasmaaier.
De grasopvangzak 7 wordt vrijgegeven door deze
iets op te tillen.
□
Beweeg de beschermklep 8 gecontroleerd totdat
de uitwerpopening is afgedekt.
Laat de klep nooit gewoon los. De beschermklep 8
kan door de veerwerking beschadigd raken.
Maak de grasopvangzak 7 helemaal leeg en contro
leer of de grasopvangzak 7 niet is beschadigd.
Het weefsel moet in hoge mate vrij zijn van maaisel,
zodat de ventilatie niet wordt belemmerd.
□
Breng de grasopvangzak 7 aan (zie hoofd
stuk "Grasopvangzak aanbrengen").
Bediening en gebruik / Reiniging
● Reiniging
WAARSCHUWING!
ELEKTRISCHE SCHOK!
Vocht in het apparaat kan kortsluiting en een elek
trische schok veroorzaken.
■
Trek voor het reinigen het verlengsnoer uit de contact
doos.
■
Let erop dat er geen water of andere vloeistoffen in
de behuizing terechtkomen.
■
Reinig het apparaat nooit met stromend water (bijv.
tuinslang).
LET OP!
Onjuiste reiniging kan beschadigingen aan het
apparaat veroorzaken.
■
Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen, borstels
met metalen of nylon borstelharen en geen scherpe
of metalen reinigingsvoorwerpen, zoals messen,
harde spatels en dergelijke. Deze kunnen de opper
vlakken beschadigen.
■
Verwijder vochtig maaiafval onmiddellijk. Resten van
vochtig maaiafval aan en in het apparaat kunnen
verharden en schimmel veroorzaken.
Reiniging en inspectie na elk
gebruik
Regelmatige reiniging en inspectie zijn
nodig om het apparaat in een perfecte
staat te houden.
□
Schakel de motor uit en wacht totdat het mes tot stil
stand is gekomen.
□
Koppel het apparaat los van de stroomkabel en haal
de stroomkabel uit de trekontlasting 4 .
□
Maak de grasopvangzak 7 grondig leeg (zie
hoofdstuk "Grasopvangzak leegmaken"), zonder
deze weer aan het apparaat te bevestigen.
□
Verwijder maaisel met een handveger van het appa
raat en de grasopvangzak 7 en controleer of de
grasopvangzak 7 niet is beschadigd.
□
Kantel het apparaat en verwijder maaisel met een
handveger of borstel uit de uitwerpopening en het
mescompartiment.
□
Controleer het mes op beschadiging en slijtage.
Neem het apparaat niet opnieuw in gebruik als het
mes beschadigd of versleten is! Laat het mes indien
GEVAAR VAN EEN
NL/BE
85