7. Bediening
In de gebruiksaanwijzing vindt u gedetail-
leerde informatie over de bediening van het
apparaat en alle andere functies.
GEVAAR!
Gevaar voor letsel!
Er bestaat gevaar voor letsel door elektrische
schokken en microgolfstraling
Bij beschadiging van het apparaat kan door
een lekkage microgolfstraling naar buiten
komen. Beschadigingen van het netsnoer
kunnen een elektrische schok veroorzaken.
Neem de combimagnetron bij beschadi-
gingen aan de behuizing, aan afdekkin-
gen, aan de ovendeur (11) of aan de deur-
vergrendeling in geen geval in gebruik.
Trek in dit geval onmiddellijk het netsno-
er aan de stekker uit het stopcontact.
Gebruik de combimagnetron niet als
deze is beschadigd, maar neem contact
op met het Service Center.
LET OP!
Mogelijke materiële schade!
Het apparaat kan door onjuist gebruik be-
schadigd raken
De combimagnetron is bedoeld voor ge-
bruik binnenshuis en mag niet buitens-
huis worden gebruikt.
Gebruik het apparaat nooit zonder gla-
zen draaiplateau (6) en niet zonder le-
vensmiddelen in de ovenruimte (1).
Beweeg het apparaat niet tijdens het
gebruik.
Bereid de levensmiddelen voor:
Geschikt voor de bereiding in de mag-
netron zijn gevogelte en varkensvlees,
gehakt en alle soorten vis. Rundvlees en
wild daarentegen worden in magnetron
snel taai en zijn daarom niet geschikt.
Bij de bereiding van groente, vlees en vis
verdeelt u het gerecht in zo gelijk moge-
44
lijke stukken en dekt u het gerecht bij de
bereiding af.
Trek aan de deurhendel (10) om de oven-
deur (11) te openen.
Plaats de levensmiddelen in voor de
magnetron geschikt serviesgoed op het
midden van het glazen draaiplateau (6).
Sluit de ovendeur (11) tot deze hoorbaar
vastklikt.
7.1. Instellingen vastleggen
VOORZICHTIG!
Gevaar voor letsel!
Doordat de gerechten en het serviesgoed of
de verpakkingen zeer heet kunnen zijn, be-
staat er gevaar voor brandwonden.
Gebruik daarom altijd pannenlappen of
ovenwanten als u gerechten uit de oven-
ruimte (1) haalt.
Zet de programmaschakelaar (4) op de
gewenste stand volgens de tabel.
Vermogen
Laag
120 W
Ont-
230 W
dooien
Middel
385 W
Middel-
540 W
hoog
Voorbeelden
Warmhou-
den, zacht
maken van
consumptie-
ijs
Ontdooien,
boter smelten
Langzaam
koken, vis be-
reiden, soep
Koken van
rijst, gehakt-
gerechten,
kip