DIPRA SPID'O T420-2 Manual De Instrucciones Original página 48

Bomba de agua con motor de gasolina sp95
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 53
NL
• Controleer of de brandstof is bijgevuld en met
nieuwe (recente) brandstof.
• Controleer of de pomp, alsmede de aanzuigslang is
gevuld met water.
4.2 DE MOTOR STARTEN - ZIE AFB. B
1- Draai het brandstofventiel open B.14.
2- Om een motor koud te starten, zet u de
chokehendel op de positie CLOSE (gesloten)
B.6. Om een warme motor te starten, draait u de
hendel naar de positie OPEN (open).
3- Verplaats de gashendel B.11 vanuit de positie
LOW (schildpad- of langzaam-symbool) naar de
HIGH-positie (konijn of snel) tot 1/3 slag.
4- Draai de motorschakelaar naar de AAN-positie
B.17.
5- Trek langzaam de handgreep van het trekkoord
B.12 naar het moment van weerstand en trek er
vervolgens hard aan.
LET OP: Laat het trekkoord niet vanzelf
terugschieten, maar begeleid deze langzaam in
zijn teruggaande beweging.
6- Als de chokehendel in de CLOSE-positie (bij
een koude motor) was gezet, beweegt u de
hendel geleidelijk naar de OPEN-positie terwijl de
temperatuur van de motor oploopt.
7- Zet de gashendel naar links in de High-positie
(konijn of snel) B.11.
4.3 GEBRUIK VAN DE MOTORPOMP
Laat bij het eerste gebruik of als de motorpomp een
bepaalde tijd niet in bedrijf is geweest, de motor 5
minuten opwarmen voordat u aan het werk gaat.
Deze procedure draagt eraan bij om de levensduur
van uw motor te garanderen.
GEVAAR: Risico op elektrische schokken
Gebruik de motorpomp niet bij sneeuw of regen.
Voer geen werkzaamheden uit met natte of vochtige
handen/voeten. Gebruik de pomp niet op "blote
voeten", anders bestaat het risico op elektrische
schokken. Richt nooit een hogedrukreiniger op de
motorpomp, omdat dit een elektrische schok kan
veroorzaken.
GEVAAR: Gevaar voor letsel
Laat personen met losse kleding, stropdassen,
kettingen of lang los haar niet in de buurt van
de motorpomp komen om lichamelijk letsel te
voorkomen.
GEVAAR: Hete oppervlakken
Raak de motor en andere hete onderdelen van
de pomp niet aan terwijl de pomp in bedrijf is, of
onmiddellijk na het uitschakelen. De uitlaatpijp van de
verbrandingsgassen bereikt zeer hoge temperaturen.
De beschermingen die op deze onderdelen zijn
geplaatst mogen niet worden verwijderd.
LET OP: Raak de motorpomp niet aan terwijl
deze in bedrijf is. Schakel indien nodig altijd de
motor uit.
4.4 GEBRUIK OP HOOGTE
Op grote hoogte, d.w.z. op een plaats ver boven de
zeespiegel, is het mengsel van lucht en benzine dat
wordt geproduceerd door een standaardcarburateur
erg dik, wat leidt tot een verminderde motorsnelheid
en een stijging van het brandstofverbruik.
Gebruik in dergelijke omstandigheden een slang met
kleinere diameter en stel de minimale motorsnelheid
in om het toerental van de motor te verhogen. Als de
motorpomp regelmatig wordt gebruikt in een gebied
van meer dan 1000 m boven zeeniveau, neemt
u contact op met de lokale distributeur om een
carburateur voor het werken op hoogte te kopen.
Zelfs met een slang van de vereiste afmetingen,
wordt het vermogen van de motor in alle gevallen
op elke 300 m hoogte met 3,5% verminderd. Als u
de slang niet verwisselt of als u de minimumsnelheid
niet instelt, zijn de effecten van de hoogte op het
motorvermogen zichtbaar.
LET OP: Als u de motorpomp op zeer grote
hoogte gebruikt zonder de instructies in de
bovenstaande paragraaf te volgen, kan dit leiden
tot verminderde snelheid, oververhitting en
aanzienlijke schade aan uw pomp.
4.5 DE MOTOR STOPPEN - ZIE AFB. B
Opmerking: Om de motor in geval van nood te
stoppen, draait u eenvoudigweg de motorschakelaar
naar OFF B.17.
Volg in andere gevallen de onderstaande procedure:
NB: Voordat u de motorpomp stopt, is het aan te
raden deze enkele minuten zonder belasting te laten
draaien, waardoor de motortemperatuur kan dalen.
1- Draai de gashendel helemaal naar rechts (op
LOW) B.11.
2- Draai de startknop van de motor (motorschakelaar)
naar OFF B.17.
3- Sluit het brandstofventiel (OFF - gesloten) B.14.
5. ONDERHOUD
5.1 ONDERHOUDSFREQUENTIE
Om een optimale doorstroming en levensduur van
uw motorpomp te garanderen, is het van essentieel
belang dat deze regelmatig wordt gecontroleerd en
dat de vereiste wijzigingen worden aangebracht. Een
van de bijlagen geeft de tijdsintervallen tussen elke
uit te voeren onderhoudsperiode aan.
GEVAAR: Elektrische schokken
Koppel de bougiekabel niet los om de motor uit
te schakelen, omdat dit een elektrische schok kan
veroorzaken. Schakel voor elk onderhoud de motor
uit en verwijder de motorkabel.
GEVAAR: Hete oppervlakken
Raak de motor of andere hete onderdelen niet
aa
ui
He
ze
ro
ve
VE
W
ui
on
ui
zic
di
op
de
ge
LE
• C
m
• I
w
t
e
v
b
• A
a
g
z
w
• G
b
H
s
• A
d
t
• A
g
o
o
b
u
d
5.
Ol
ge
(zo
1-
2-
3-
loading