DIPRA SPID'O T420-2 Manual De Instrucciones Original página 46

Bomba de agua con motor de gasolina sp95
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 53
NL
• Een afvoerslang geschikt voor de maximale
doorstroming van de pomp (18 m3/uur).
• Brandstof en 4-takt motorolie zoals beschreven
aan het einde van de handleiding.
3. INSTALLATIE - ZIE FIG. D
3.1 PLAATSING
GEVAAR : Vergiftiging
Gebruik de motorpomp niet in een gesloten ruimte:
garage, tunnel...
Verwijder alle vreemde voorwerpen uit de uitlaatpijp.
Wanneer de motorpomp in bedrijf is wordt
koolmonoxide uitgestoten - een extreem giftig,
geurloos en onzichtbaar gas dat kan leiden tot
ernstige misselijkheid, flauwvallen en zelfs de dood.
Installeer de motorpomp op een vlakke ondergrond
D.1.
Als de motorpomp op een hellend vlak wordt
geïnstalleerd, kan deze zich eenmaal in bedrijf
verplaatsen en het oliealarm activeren.
GEVAAR: Risico op elektrische schokken
Gebruik de motorpomp niet in de sneeuw of regen
D.2. Voer geen werkzaamheden uit met natte of
vochtige handen/voeten. Gebruik de pomp niet
op "blote voeten", anders bestaat er een risico op
elektrische schokken.
Richt nooit een hogedrukreiniger op de motorpomp,
omdat dit een elektrische schok kan veroorzaken.
Zorg voor een veilige afstand tussen de motorpomp
en de muur om de toegang bij onderhoudsinterventie
te vergemakkelijken. De aanbevolen minimale
afstand is 1 meter D.3.
3.2 BEVEILIGING
De regelgeving verwijst naar motorpompen als
mobiele apparatuur van louter tijdelijke aard.
Wanneer vaste apparatuur vereist is voor permanent
of tijdelijk gebruik, worden de Europese richtlijnen
van kracht.
3.3 VOORBEREIDING VAN DE MOTOR
(ZIE OOK DE SECTIE "CONTROLE")
Reparaties als gevolg van verkeerd gebruik door de
klant zijn vallen niet onder de garantie.
LET OP: Houd er rekening mee dat de motor bij
het eerste gebruik geen olie bevat en door de
gebruiker dient te worden gevuld tot het maximale
niveau. Laat de motor niet draaien zonder olie, dit
kan onherstelbare schade veroorzaken.
Gebruik alleen SP95 loodvrij; het is absoluut
noodzakelijk dat de brandstof nieuw is; brandstof die
langer dan 20 dagen in containers is bewaard, mag
niet worden gebruikt.
Gebruik 4-takt motorolie van goede kwaliteit
en geschikte
viscositeit
Als
er
brandstof
motorpomp, reinig
(bijv.
SAE
10W20).
wordt
gemorst
op
de
deze dan met een schone doek voordat u de motor
start.
3.4 WATERINLAAT
Voorzie de pomp van een aanzuigslang (niet
meegeleverd) die u op de van een schroefdraad
voorziene aanzuigopening B.3 bevestigt.
Om een goede doorstroming en vooral een juiste
werking van de pomp te waarborgen, dient de slang
die het water transporteert, te worden uitgerekt en stijf
en bestand te zijn tegen de lage druk, een inwendige
diameter van minimaal 30 mm en een lengte van
maximaal 7 m te hebben en zich te bevinden in de
buurt van de waterbron. (De aanzuighoogte mag niet
hoger zijn dan 5 m).
De aanzuigslang dient te zijn uitgerust met een
zuigkorf om te voorkomen dat vuil en andere
deeltjes die de pomp kunnen beschadigen worden
opgezogen en met een terugslagklep om de slang
vol water te houden.
LET OP: Zuig nooit water op zonder een zuigkorf
aan het uiteinde van de aanzuigslang. De
vreemde deeltjes worden zo gefilterd en zullen
geen verstopping of schade aan het hydraulische
blok veroorzaken.
LET OP: De aanzuigslang en de aansluitingen
dienen volledig dicht te zijn om het binnendringen
van lucht en verminderde afzuiging te voorkomen.
De aanzuigcapaciteit van de motorpomp is
verminderd of onmogelijk als de verbinding
tussen de aansluiting en de slang niet hermetisch
is. Gebruik voor alle schroefdraad PTFE-tape om
af te dichten.
3.5 WATERUITLAAT
De afvoerslang wordt via de schroefdraadaansluiting
B.2 aan de motorpomp bevestigd. Respecteer
de aangegeven diameter om drukverliezen te
voorkomen en om de optimale hydraulische
eigenschappen van de motorpomp te behouden.
WAARSCHUWING: Het gebruik van verloopstukken,
snelkoppelingen voor tuingebruik of een tuinslang
van 15 of 19 mm is verboden omdat deze totaal
niet geschikt zijn voor de doorstroom die door de
pomp wordt getransporteerd. De pomp kan worden
beschadigd als deze wordt vastgezet.
LET OP: Zorg ervoor dat de slangklem goed
vastzit om te voorkomen dat de slang niet door
de waterdruk loskomt.
3.
3.
De
aa
po
de
3.
De
ca
st
na
3.
Do
tre
LE
te
zi
3.
St
ve
om
3.
3.
Co
lek
of
pl
of
3.
E.
E.
E.
E.
LE
m
co
ol
1-
2-
3-
4-
Co
aa
35
3.
Sc
en
di
loading