Als de headset is ingeschakeld:
3. Houd de + toets ingedrukt tot u de spraakmelding "Power
Off" (Uitschakelen) hoort.
4. Blijf de + toets ingedrukt houden tot een spraakmelding de
"Earplug Mode" (Oordopmodus) bevestigt.
5. Schakel de ComTac™ VIII Headset uit om de
Oordopmodus uit te schakelen.
Let op: De headset zal eerst aangeven dat het product is
uitgeschakeld. Blijf de + toets ingedrukt houden tot een
spraakmelding de "Earplug Mode" aangeeft.
9.
MENUFUNCTIES
9.1. NAVIGEREN IN HET MENU
• Druk de + toets en de - toets tegelijkertijd in voor toegang
tot het menu. De headset geeft met de spraakmelding
"Menu" aan dat de gebruiker zich in het menu bevindt.
Menu
~ 0.5 sec
• Druk de - toets kort in om het menu te doorlopen.
• Druk de + toets kort in om te bevestigen of toegang te
krijgen tot een submenu.
Let op: De menu-opties en instellingen zijn hoorbaar als
spraakmelding in de headset.
Om het menu te sluiten drukt u de + en - toets tegelijkertijd in.
Als er 10 seconden geen toets is ingedrukt verlaat de
headset het menu automatisch.
9.1.1. COMTAC™ VIII HEADSET MENU
• Ambient listening mode (Omgevingsgeluid-modus)
• Radio volume (Radiovolume)
• Advanced settings (Geavanceerde instellingen)
• Balance (Balans)
• Microphone volume (Microfoonvolume)
• Microphone sensitivity (Gevoeligheid microfoon)
• Battery status (Batterijstatus)
• Battery type (Batterijtype)
• Automatic power off (Automatisch uitschakelen)
~ 7 sec
• Warning signals (Waarschuwingssignalen)
• Soundscape (Geluidslandschap)
• Language (Taal)
• Factory reset (Fabrieksinstellingen)
9.2. AMBIENT (ENVIRONMENTAL) LISTENING
MODE (OMGEVINGSGELUID-MODUS)
OVERZICHT LUISTEREN NAAR HET OMGEVINGSGELUID
Deze headset is bedoeld om het gehoor van de gebruiker bij
lawaai te helpen beschermen, door demping van geluiden.
Om auditief bewustzijn te handhaven kan de headset het
omgevingsgeluid versterken op basis van instellingen.
Om de gebruiker te ondersteunen in uiteenlopende
geluidsomgevingen, is er keuze uit twee luistermodi. De
gebruiker moet de volumeregeling aanpassen om de
gehoorbehoefte in een specifieke omgeving te optimaliseren.
Bij gebruik in een omgeving met een laag geluidsniveau
waaronder een verdekte observatiepost, is een maximaal
volume het meest gunstig. Bij gebruik in een omgeving met
een hoog geluidsniveau en bewaking van radiocommunicatie,
wordt de instelling Ambient listening off (omgevingsgeluid uit)
aanbevolen.
Het gebruik van de headset op de hoogste volume-
instelling voor alle akoestische omgevingen kan resulteren
in gehoorvermoeidheid en het voordeel van de headset
beperken.
LUISTERMODI
De functie Ambient/Environmental listening
(Omgevingsgeluid) is beschikbaar in twee modi: Classic
(Klassiek) en Advanced (Geavanceerd).
In de Classic mode kunt u het geluid in vijf stappen instellen
door het geluidsniveau van het omgevingsgeluid te verhogen
of te verlagen.
De Advanced mode is voorzien van Mission Audio
Profiles (MAP) die een combinatie van volume- en
frequentiewijzigingen in vijf stappen bieden voor een
optimalisatie van de geluidsweergave in verschillende
geluidsomgevingen. De 5 MAP-profielen worden in
onderstaande tabel weergegeven:
MAP-instelling
Advanced mode 1
Voor een maximale geluidsreductie
(Omgevingsgeluid
bij een hoog geluidsniveau en
uit)
bewaking van een radio of NIB.
Advanced mode 2
Voor comfort in een zeer
(Comfort)
lawaaierige omgeving.
Advanced mode 3
Bedoeld voor een nauwkeurige
(Conversatie)
benadering van open-ear luisteren
en geluidslokalisatie. Ideale
instelling voor langdurig gebruik als
andere modi niet nodig zijn.
Advanced mode 4
Voor een hoog alertheidsniveau bij
(Patrouilleren)
lopen in een omgeving met een
laag geluidsniveau.
NL
Gebruiksdoeleinden
159