Montage
6.3.1
Plaatsing van het vat
Neem bij de plaatsing van het vat de volgende instructies in acht:
•
Alle flensopeningen van het vat zijn openingen voor inspectie en onderhoud.
–
Plaats het vat met een voldoende afstand naar het plafond en de
zijwanden.
–
Als een voldoende visuele inspectie niet mogelijk is, moeten
technische hulpmiddelen worden gebruikt (spiegel, endoscoopcamera,
enz.).
•
Plaats het vat op een vast oppervlak.
•
Let op een rechthoekige en vrijstaande positie.
•
Zorg dat de functie van de vulniveaumeting "LIS" actief is.
–
Verbind het vat niet vast met de vloer.
Opmerking!
De gewichtmeetvoet is niet bestand tegen drukschokken en mag niet van
een lakcoating worden voorzien.
6.3.2
Aansluiting op het installatiesysteem
VOORZICHTIG
Kans op letsel door struikelen en vallen
Veroorzaakt door struikelen of vallen over kabels en leidingen tijdens de
montage.
• Persoonlijke beschermingsmiddelen (helm, beschermende kleding,
handschoenen, veiligheidsschoenen).
• Kabels en buisleidingen deskundig tussen besturingseenheid en vaten
aanbrengen.
OPGELET
Beschadigingen van de kabel- en buisleidingen
Wanneer de kabel- en buisleidingen niet deskundig tussen de vaten en de
besturingseenheid worden aangebracht, kunnen deze worden beschadigd.
•
Leg de kabel- en buisleidingen deskundig op de vloer.
Opmerking!
Elke vataansluiting moet aan de waterzijde voorzien zijn van een kapklep
en een ledigingsinrichting (inbegrepen in de leveringsomvang).
222 — Nederlands
6.3.2.1 Aansluiting aan de waterzijde
1
2
3
RG
LIS
Om de werking van de "LIS" niveaumeting te garanderen, moet het basisvat op het
installatiesysteem worden aangesloten via de meegeleverde flexibele aansluiting.
Het basisvat is uitgerust met een beveiligde barrière en een aftapping in de
expansieleiding "EC".
De integratie in het installatiesysteem moet plaatsvinden in gebieden met een
temperatuur tussen 5 °C en 70 °C. Dit is meestal de retourleiding voor
verwarmingssystemen en de aanvoerleiding voor koude-installaties. Er mag geen
dynamische druk van netpompen worden toegepast.
Als de temperaturen buiten het bereik van 5 °C – 70 °C liggen, moeten er
voorschakelvaten worden geïnstalleerd in de expansieleiding tussen het
installatiesysteem en de Reflexomat om de installatie te beschermen.
Opmerking!
Details over de schakeling van de Reflexomat apparaten of van de
voorschakelvaten, alsmede de afmetingen van de expansieleidingen zijn
aangegeven in de planningdocumentatie. Informatie hierover vindt u ook
in de Reflex planninggids of in het RSP berekeningsprogramma.
Reflexomat RSC Smart — 08.01.2024-Rev. A
Waterleiding
Drukluchtleiding
Elektrische leiding
Basisvat
Vulniveaumeting
SV
Veiligheidsklep
PV
Magneetventiel
PIS
Druksensor
AC
Drukluchtleiding
EC
Expansieleiding