Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
Druk na het optillen van het voertuig op de aan/uit-knop van
het apparaat.
Het reinigingsmiddel komt het transmissiesysteem binnen.
Als het reinigingsmiddel in het kijkglas voor verse olie zichtbaar
is, start u de motor.
Bekijk de stroming door twee kijkvensters.
Zodra het reinigingsmiddel in het kijkglas voor afgewerkte
olie zichtbaar is, zet u het apparaat uit en zet u de stroomre-
gelschakelaar aan de linkerkant gelegen naar de stand «OIL
CLEANING» (REINIGING VAN DE OLIE).
Laat de motor ongeveer 10 minuten draaien.
Schakel ondertussen alle versnellingen in oplopende volgorde,
te beginnen met de eerste.
Olieverversingscyclus
Dit proces bestaat uit het recirculeren en bijvullen van het
voertuig met nieuwe olie.
Schroef de retourleiding onder de koeler van de versnellings-
bak en de automatische transmissie los.
Sluit de zwarte slang (retourleiding) op de fitting van de trans-
missieolieretourleiding (gebruik indien nodig de meegeleverde
adapters) aan. Sluit het andere uiteinde van de zwarte slang op
de retourfitting van het apparaat aan.
Sluit de rode slang (toevoerleiding) van de inrichting op de
radiatorolie-inlaat (meegeleverde adapters kunnen nodig zijn)
aan.
Open de vuldop aan de bovenkant van het apparaat en vul het
met de dubbele hoeveelheid nieuwe olie om te verversen.
Draai de stroomregelschakelaar aan de linkerkant gelegen
naar de stand «NEW OIL CHANGE» (NIEUWE OLIE VER-
VANGEN).
raai de stroomregelschakelaar aan de rechterkant gelegen
naar de stand «NEW OIL CHANGE» (NIEUWE OLIE VER-
VANGEN).
Druk op de weestandenschakelaar (ON/OFF) van het appara-
at. Een drukpomp pompt nieuwe olie in de versnellingsbak.
Wanneer verse olie in het kijkglas zichtbaar is, start u de motor.
Observeer tijdens dit proces de stroom van nieuwe en oude
olie. Beide moeten met dezelfde snelheid aankomen.
Als gebruikte olie sneller dan verse olie stroomt, pas dan de
snelheid met de klep aan.
De snelheid kan met de olieretourklep worden aangepast:
Schakel bij het verversen van de olie alle versnellingen in
oplopende volgorde, te beginnen met de eerste.
Houd elke versnelling 10 seconden ingeschakeld.
Bekijk tijdens dit proces de kleur van de olie door beide
kijkglazen. Zodra de olie in beide ruiten dezelfde kleur heeft,
zet u de motor en de hoofdschakelaar van het apparaat af.
Olieverversing is voltooid.
Sluit de transmissieolie-afvoerslang weer op de inlaat van de
automatische transmissiekoeler aan.
ONDERHOUD
1.
Leeg alle gebruikte slangen in een geschikte opvangbak
voor olie-recycling.
2.
Wanneer u met het gebruik van het apparaat klaar bent
rol de rode en zwarte slangen op en plaats ze op de
zijhouder. Plaats de adapterfittingen en slangen terug
in hun container. Bewaar de container op de achterkant
van het apparaat.
3.
Als de oliestroom door het apparaat, zelfs bij verhoogde
luchtdruk, ernstig wordt vertraagd, vervang dan het
oliefilter van het apparaat.
PROBLEEMOPLOSSING
Probleem
Het apparaat begint niet te
werken, wanneer het wordt
ingeschakeld.
De slangen zijn aanges-
loten, maar de oliestroom
door de leidingen is zelfs
bij verhoogde luchtdruk
niet zichtbaar.
De slangen zijn aanges-
loten, maar de oliestroom
door de leidingen is zelfs
bij verhoogde luchtdruk
en draaiende motor niet
zichtbaar.
· 24 ·
REF. 54050
Oplossing
Controleer of het aan/uit-lam-
pje brandt.
Controleer of de pomp draait.
Zorg ervoor, dat de toevoer-
en retourbedieningss-
chakelaars correct zijn
geïnstalleerd.
Controleer of de richting van
de toevoer- en retourslangen
niet omgekeerd is.
