Valoare scăzută, apoi valoarea normală, apoi din nou valoarea scăzută și a.m.d..
Oscilații de 4 sau 5 inci coloanei de mercur.
Valoare scăzută (în intervalul 8-14 inci coloanei de mercur).
* Valorile indicate mai sus, sunt valabile doar pentru o înălțime de 0 m deasupra nivelului mării.
Cu creșterea altitudinii, la fiecare 300 de metri, presiunea scade cu 1 inci coloanei de mercur.
VERIFICAREA PRESIUNII
PROCEDURA:
1. Setați localizarea magistralei de combustibil care se extinde de la pompa de combustibil la carburator și deconectați-o de la
intrarea în corburator.
2. Conectați tubul de testare la magistrala de combustibil.
3. Porniți motorul și lăsați-l să funcționeze pentru o perioadă de timp, până când turațiile la mers în gol se vor stabili (este necesar
ca volumul de combustibil din rezervor să fie suficient pentru pornirea motorul și funcționarea acestui cel puțin de câteva minute).
4. Verificați dacă citirile de pe dispozitiv, coincid cu cele indicate de către producător (valoare amplasată în limitele de 4-6 puncte pe
inci pătrat se considerată satisfăcătoare).
NL
CONTROLE VAN DE VACUUM
PROCEDURE:
1. Sluit de testbuis op het vacuümsysteem van de verzamelaar aan.
2. Start de motor.
3. De indicatie op het instrument binnen 17-22 inch kwik geeft aan, dat de motor in goede staat is.
4. In andere gevallen:
Lage en stabiele indicatie op het instrument.
Regelmatige fluctuaties tussen lage en hoge waarden.
De pijl fluctueert snel binnen 14-20 inch kwik bij stationaire motor snelheden. Maar met de
toename van de snelheid wordt de positie van de pijl stabiel.
De pijl fluctueert snel binnen 10-20 inch kwik bij verhogen van motor snelheden. Maar ze
toont een stabiele waarde bij stationaire snelheden aan.
De pijl toont een normale waarde aan, maar met de toename van de snelheid daalt.
Hoge waarde.
Lage waarde, dan normale waarde, dan weer laag, enz.
Fluctuaties 4 of 5 inch kwik.
Lage waarde (binnen 8-14 inch kwik).
* De bovenstaande waarden gelden voor een hoogte boven de zeespiegel van 0 m.
Met een verhoging van de hoogte voor elke 300 meter wordt de druk verminderd met 1 inch kwik.
CONTROLE VAN DE DRUK
PROCEDURE:
1. Stelt de locatie van de brandstofleiding van de brandstofpomp naar de carburateur en losgekoppelt deze van de inlaat in de
carburator.
2. Sluit de testbuis op de brandstofleiding aan.
3. Start de motor en laat hem lopen voor een tijdje tot stabiele stationaire snelheid (het volume brandstof in de tank moet voldoende
zijn, om de motor minstens een paar minuten te laten draaien).
4. Controleert, of de waarden aangegeven op het apparaat met de door fabrikant aanbevolen waarden overeenstemmen (een waar-
de binnen 4-6 pond per vierkante inch wordt beschouwd als bevredigend).
BESCHRIJVING
· 6 ·
Deteriorarea supapei.
Defectarea sistemului de aprinde-
re.
Setarea incorectă a fazelor supapei
distribuitor.
MOGELIJKE OORZAAK
Zuigerring is beschadigd.
Cilinderkop pakking is beschadigd.
Klepgeleiders zijn beschadigd.
Veerkleppen zijn beschadigd.
Gasuitlaatsysteem is verstopt.
Luchtfilter is verstopt.
Klep is beschadigd.
Er is een storing in het ontste-
kingssysteem.
Incorrecte instelling van de klepfa-
se-verdeling.