JBM 53240 Manual De Instrucciones página 18

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 1
NL
GEBRUIKSAANWIJZING
1. FIGUUR VOOR ALLE COMPONENTEN VAN EEN STROBOSCOOP
2. VOORBEREIDING VOOR HET BEGIN VAN DE WERKZAAMHEDEN MET STRO-
BOSCOOP
Vóór elke test zorgvuldig te controleren en eventuele mechanische problemen op te lossen. Slechte
verbinding of schade aan leidingen, kabels en connectoren zal leiden tot een abnormale werking
van de motor.
Volg de instructies van de handleiding voor reparatie, controleer of het aansluiten van een va-
cuümleiding, draad en aansluiting van de draadbundel goed is aangesloten, controleer dan de vol-
gende punten:
1.
Het niveau van alle vloeistoffen
2.
Bougies en hoogspanningskabels
3.
Luchtfilter
4.
Vacuümleiding
5.
Riem
6.
Keting
7.
Aansluiting van de keting
Controleer, of de motor is gereed voor de instelling van de ontsteking:
Voordat u de ontstekingstijd controleert, bereidt u de motor voor, controleer de ontladingsregelplaat
van het voertuig of gebruik de testmethode en ontstekingstijdstip specificaties in overeenstemming
met de reparatie handleiding.
De ontladingsregelplaat bevindt zich in het motorcomparti-
ment, en de gebruikelijke en handige locatie zijn: het ach-
terste gedeelte van de motorkap, schot, het bovenste ge-
deelte van de klepafdekking of in de buurt van het kapslot.
Voer ten minste de volgende voorbereidende activiteiten
uit: zoek de maatstaf met markeringen en de locatie van
de indicator. De maatstaf en de indicator worden meestal
op de krukas, demper van torsie-oscillaties van de krukas
(voor de motor) of een vliegwiel (tussen de motor en de
transmissie), enz.geplaatst (zie Figuur).
De maatstaf met markeringen en de indicator moeten schoon en leesbaar zijn. Indien nodig, breng
op hen de krijtstof. Alle bougies werken goed, de gat tussen de elektroden is correct aangepast.
Start de motor, warm deze tot de bedrijfstemperatuur. Stop de motor, voordat u de stroboscoop
aansluit.
3. AANSLUITEN VAN DE STROBOSCOOP
Om een veilige en betrouwbare werking van de stroboscoop te garanderen, moet de aansluiting in
de volgende volgorde worden uitgevoerd:
WAARSCHUWING: houd uw handen, de stroboscoop, de verbindingsdraad en het signaal-regis-
treertoestel weg van de bewegende delen en sterk verhitte oppervlakken van de motor. Niet roken.
1.
Xenon lamp (verlicht het teken tijdens een ontste-
kingstest).
2.
De lampflitsfrequentieknop (als de knop wordt in-
gedrukt, begint de lamp te knipperen, indien vrijge-
geven - de flitsers stoppen).
3.
Inductief signaalopnameapparaat (voor het aans-
luiten van hoogspanningskabels van cilinder 1).
4.
Rode klem (te verbinden met de positieve aanslui-
ting "+" van de batterij).
5.
Zwarte klem (te verbinden met de negatieve aans-
luiting "-" van de batterij).
· 18 ·
loading