7. Bediening
Steek de netstekker in een geschikt stopcontact.
Nadat u de stekker hebt aangesloten, klinkt er een geluidssignaal. Het
apparaat staat nu in de stand-bymodus.
7.1. Apparaat in-/uitschakelen
Druk op de toets
in te schakelen.
Druk terwijl het apparaat is ingeschakeld nogmaals op de toets
PARAAT IN-/UITSCHAKELEN om het apparaat uit te schakelen.
Wacht na het uitschakelen van het apparaat ca. 3 minuten voordat u het appa-
raat weer inschakelt.
7.2. Bedrijfsmodus instellen
Druk op de airco op de toets
tussen de bedrijfsmodi. Het controlelampje wisselt tussen de verschillende be-
drijfsmodi.
U kunt de gewenste bedrijfsmodus ook selecteren met de afstandsbediening. De
volgende bedrijfsmodi zijn beschikbaar:
–
KOELMODUS ACTIVEREN
VENTILATIEMODUS ACTIVEREN
–
–
ONTVOCHTIGINGSMODUS ACTIVEREN
7.2.1. Koelmodus
Deze bedrijfsmodus is bedoeld voor het koelen van de ruimte.
Kies de koelmodus op de airco of op de afstandsbediening. Het controlelampje
brandt.
Druk op de toets
temperatuur te verhogen.
Druk op de toets
temperatuur te verlagen.
Druk op de toets
lage ventilatorsnelheid in te stellen.
Bij hoge ventilatorsnelheid brandt het controlelampje
Bij lage ventilatorsnelheid brandt het controlelampje
130
of
APPARAAT IN-/UITSCHAKELEN om het apparaat
BEDRIJFSMODUS INSTELLEN om te wisselen
of
TEMPERATUUR/TIMERTIJD VERHOGEN om de
TEMPERATUUR/TIMERTIJD VERLAGEN om de
of
VENTILATORSNELHEID INSTELLEN om een hoge of
of
.
.
AP-