punt bij de markering is.
3. Houd de invoerhandgreep bij deze positie vast.
4. Draai de ondermoer omlaag totdat het in contact is
met de dieptestop op de kop.
5. Draai de bovenmoer omlaag en maak hem vast
tegen de ondermoer.
6. Nu zal de boor stoppen bij de afstand die is
aangegeven op het werkstuk.
Diepteschaalmethode
Zie afbeelding 28.
OPMERKING: Met de boorkop in de bovenste stand
moet de punt van de boor net boven het werkstuk
hangen.
1. Zet het apparaat uit en draai aan de invoerhandgreep
totdat de pointer de gewenste diepte op de
diepteschaal aanwijst en houd de invoerhandgreep
vast in die stand.
2. Draai de ondermoer omlaag totdat het in contact is
met de dieptestop.
3. Draai de bovenmoer tegen de ondermoer en maak
het vast.
4. De boor zal stoppen bij de afstand die is aangegeven
op de diepteschaal.
Een gat boren
1. Met behulp van een priem of een scherpe spijker
maakt u een deukje in het werkstuk op de plek waar
u wilt boren.
2. Zet de lasergeleiding aan en lijn de laserlijnen uit
met het deukje.
3. Zet
het
apparaat
invoerhandgrepen met net voldoende kracht om de
boor het werk te laten doen.
Als u te snel boort kan de riem of de voor slippen, het
werkstuk losschieten of de boor breken.
Als u metaal boort is het nodig om de boorpunt te smeren
met metaalboorolie om te voorkomen dat het oververhit.
VOOR UW VEILIGHEID
WAARSCHUWING
Om te voorkomen dat u in de machine wordt
getrokken mag u geen losse kleding, handschoenen,
sjaals of sieraden dragen. Bind lang haar altijd vast.
1. Als er een onderdeel van uw product ontbreekt, niet
goed werkt, is beschadigd of is gebroken, moet u het
gebruik onmiddellijk stoppen totdat het onderdeel
goed is hersteld of vervangen.
2. Plaats nooit uw vingers in een positie waar ze in
contact kunnen komen met de boor of een ander
snijgereedschap. Het werkstuk kan onverwachts
verschuiven of uw handen kunnen wegglijden.
3. Om te voorkomen dat het werkstuk uit uw handen
wordt getrokken, wegschiet, door de boor gaat
draaien of wordt verbrijzeld, moet u uw werkstuk
altijd als volgt beschermen:
●
Plaats altijd ondersteuningsmateriaal (onder het
werkstuk), zodat het de linkerzijde van de kolom
aan
en
trek
aan
de
raakt.
●
Indien mogelijk moet u het werkstuk in contact
met de linkerzijde van de kolom plaatsen. Als het
werkstuk te kort is of als de tafel is gekanteld,
moet u het werkstuk stevig aan de tafel klemmen
met behulp van de tafelsleuven.
●
Als u een schroefklem voor de kolomboor
gebruikt (niet inbegrepen), moet u die altijd aan
de tafel bevestigen.
●
Werk nooit uit de vrije hand (het werkstuk met
de hand vasthouden in plaats van het op de tafel
te ondersteunen), behalve wanneer u polijst of
schuurt.
●
Maak, voordat u de boor aanzet, de kop en de
steun stevig vast aan de kolom, de tafelarm aan
de steun en de tafel aan de tafelarm.
●
Beweeg nooit de kop of de tafel als het
gereedschap in gebruik is.
●
Voordat u aan een bewerking begint, moet u de
motorschakelaar kort aan- en uitzetten om te
controleren dat de boor of het snijgereedschap
niet wiebelt of zorgt voor trillingen.
●
Als een werkstuk over de rand van de tafel hangt
zodat het kan vallen of kantelt als het niet wordt
vastgehouden, moet het aan de tafel worden
geklemd of op een andere manier worden
ondersteund.
●
Gebruik
klemmen
bewerkingen, om het werkstuk voldoende vast te
houden, te geleiden en te plaatsen.
●
Gebruik de rotatiesnelheid die is aanbevolen
voor de specifieke bewerking en materiaal
van het werkstuk. Bekijk het plaatje op de
binnenzijde van de poeliekap of raadpleeg de
paragraaf Aanbevolen boorsnelheid" voor meer
informatie over boorsnelheden. Voor accessoires
raadpleegt u de instructies die bij elke accessoire
zijn geleverd.
4. Klim nooit op de tafel van de boorkolom. Het kan
kapot gaan of de hele boorkolom kan op u vallen.
5. Trek de stekker uit het stopcontact als u het product
verlaat.
6. Om letsel te voorkomen vanwege wegschietend
werk of contact met het gereedschap mag u nooit
lay-out-, montage- of aanpassingswerkzaamheden
op de tafel uitvoeren als het snijgereedschap draait.
DE TAFEL EN HET WERKSTUK PLAATSEN
Zie afbeelding 29-30.
1. Zet de tafel aan de kolom vast bij een stand zodat
de punt van de boor net boven het werkstuk hangt.
2. Plaats altijd ondersteuningsmateriaal (afvalhout) op
de tafel onder het werkstuk. Dit voorkomt splinters of
grote bramen aan de onderzijde van het werkstuk.
Om te voorkomen dat het ondersteuningsmateriaal
gaat draaien, moet het tegen de linkerzijde van de
kolom worden geplaatst.
3. Gebruik bij overhangende werkstukken de juiste
ondersteuning.
Vertaling van de originele instructies
EN
FR
DE
ES
IT
NL
PT
DA
SV
FI
voor
ongebruikelijke
NO
RU
PL
CS
HU
RO
LV
LT
ET
HR
SL
SK
BG
UK
TR
EL
91