De buscontacten van de leidingeinden oranje/groen, oranje/bruin en zwart/violet van de leidigset
9-aders in de eerder vrijgekomen kamer 16 (oranje/groen), kamer 17 (oranje/bruin) en kamer 14
(zwart/violet) steken en vergrendelen. Steek de stekkerlijsten weer in de behuizingbekleding,
vergrendel ze en borg ze met een kabelbinder 140mm.
De stiftbehuizing 3-voudig zwart en 4-voudig bruin van de leidingset met de eerder gemonteerde
busbehuizingen 3-voudig zwart en 4-voudig bruin in elkaar steken, vergrendelen en met een
kabelbinder 140mm aan de leidingstreng aan voertuigzijde bevestigen.
Alle leidingsets van de inbouwset langs de leidingsets aan de voertuigzijde installeren,
met meegeleverde kabelbinders fixeren en/of in de aanwezige kabelhouders leggen.
Alle bekledingen en gedemonteerde onderdelen weer monteren.
Massaleiding weer aan de accu aansluiten.
Tip:
Het extra controlelicht (C2) voor de controle van de richtingaanwijzer aan de
aanhangwagen is voertuigzijdig aanwezig. Bovendien vindt de controle van de lampen van de
aanhangwagen (behalve mistachterlicht en achteruitrijlicht) plaats door de lichtuitvalcontrole
in het combi-instrument.
Na montage van de elektrische kit moet een online codering resp. documentatie worden
uitgevoerd. Daarvoor a.u.b. de SVM-maatregelcode
39C8E
voor een starre trekhaakinrichting
resp.
39C92
voor een afneembare inrichting voor aanhangwagens
door middel van het testprogramma van de diagnosetester invoeren en de aanwijzingen
volgen.
3. Functiecontrole
Alle functies met een geschikt testapparaat controleren.
29.10.2013-051623
30 / 77