Hayward TriStar SP3200 Serie Manual Del Usuario página 17

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 11
ALGEMEEN:
De elektrische installatie van een zwembadpomp dient altijd op vakbekwame wijze en in overeenstemming
met de geldende normen te worden aangelegd (P 24).
De pomp dient op de juiste afstand van het zwembad te worden geïnstalleerd om de afstand tussen de aanzui-
ging en de pomp zo klein mogelijk te houden. Dit om onnodig en bovenmatig stroomverlies te vermijden in het
hydraulisch circuit. Toch moet echter de minimale veiligheidsafstand zoals omschreven in de installatienorm
strikt worden aangehouden (3.5 Minimale meters) (P 24). De pomp dient in een goed geventileerde en droge
ruimte te worden geplaatst; ten behoeve van de motor dient de lucht vrij om de pomp te kunnen circuleren
voor voldoende natuurlijke ventilatie. De pompen die worden geleverd met elektriciteitssnoer dienen op een
wandcontactdoos te worden aangesloten.
De akoestische druk van de pompen Hayward is lager dan 70 dB (A).
Waarschuwing:
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder kinderen) met verminderde lichamelijke,
zintuiglijke of geestelijke vermogens, of die gebrek aan ervaring of kennis hebben, tenzij iemand die verant-
woordelijk is voor hun veiligheid toezicht op hen houdt of hen heeft uitgelegd hoe het apparaat dient te worden
gebruikt.
Noodzakelijke maatregelen:
De pomp dient te worden geaard.
Verbind de pomp aan een kabel H07RN-F.
Zorgen voor een voorziening voor differentiaalbeveiliging om elektrische schokken te voorkomen wanneer
de elektrische isolatie van het apparaat niet goed meer zou zijn.
Zorgen voor een beveiliging tegen kortsluiting (het kaliber dient te worden vastgesteld aan de hand van
de waarde vermeld op het typeplaatje van de motor.
op iedere pool dient een voorziening met een opening van minimaal 3 mm te worden geplaatst voor het
scheiden van de circuits.
Elektrische eenfasemotor: De elektrische eenfasemotoren op onze pompen zijn voorzien van een thermi-
sche beveiliging die reageert in geval van overbelasting of oververhitting van de motorwikkeling. Deze bevei-
liging wordt automatisch uitgeschakeld wanneer de temperatuur van de wikkeling weer afneemt.
Elektrische driefasemotor : Deze beveiliging dient te worden geïnstalleerd in het aansluitcompartiment van
de motor en op de veiligheidsschakelaar van de pomp.
Controleer eerst de draairichting van de motor voordat u de pompmotor definitief aansluit (een sticker waarop
de draairichting van de motor vermeld staat, is speciaal hiervoor op het motorhuis aangebracht).
Wanneer de regelgeving dit verplicht dient u, welk type motor ook wordt gebruikt, naast de hierboven opge-
noemde veiligheidsmaatregelen een magnetische en thermische beveiliging aan te leggen die afgesteld moet
worden aan de hand van het typeplaatje op de motor.
Het overzicht op pagina 23 toont de verschillende eigenschappen van de motoren waarmee onze pompen
zijn uitgerust.
Elektrische aansluiting: Controleren of het voor de motor vereiste voltage overeenkomt met dat van uw
elektriciteitsnet en dat de doorsnee en lengte van de elektriciteitskabel aangepast zijn aan de capaciteit en
sterkte van de pomp.
Alle elektrische aansluitingen van de pomp, evenals het eventueel vervangen van de elektriciteitskabel, die-
nen, om ieder gevaar te vermijden, te worden uitgevoerd door een erkend vakman. Bij het aanleggen van
deze elektrische aansluitingen dient men het schema te gebruiken dat zich onder de beschermkap van het
aansluitcompartiment van de motor bevindt.
Goed controleren of alle elektrische aansluitingen stevig zijn aangedrukt en waterdicht zijn afgesloten, voordat
er spanning op het apparaat wordt gezet.
De voorbekabeling die zich eventueel nog op enkele van onze pompen bevindt, dient te worden verwijderd
wanneer de pomp definitief op het elektriciteitsnet wordt aangesloten. Deze wordt namelijk uitsluitend in de
fabriek gebruikt voor testdoeleinden tijdens de verschillende productiestadia.
INSTALLATIE : De pomp dicht bij het zwembad opstellen om de aanzuigleiding zo kort mogelijk te houden.
Dit vermijdt overmatig drukverlies in de toebehoorleidingen. De aanzuigleiding moet een kleine stijgende hel-
ling naar de as van de pomp toe vertonen. Zich vergewissen dat de koppelingen behoorlijk dichtgeschroefd
zijn en geen lekken vertonen. De koppelingen mogen evenwel ook niet te hard aangeschroefd worden.
Kunststofleidingen alleen met Teflonband afdichten. De aanzuigpijp heeft een minstens even grote of grotere
diameter als die van de retourpijp. Voor de opstelling niet geventileerde of vochtige plaatsen vermijden. Voor
de koeling van de motor moet de lucht ongehinderd kunnen doorstromen.
17
NL
loading